Hvar is een Kroatisch eiland in de Adriatische Zee, gelegen voor de Dalmatische kust, tussen de eilanden Bra, Vis en Korula. Het eiland Hvar, dat ongeveer 68 kilometer (42.25 mijl) lang is en een steile oost-westrug van Mesozoïcum kalksteen en dolomiet heeft, is opmerkelijk in de omgeving vanwege de brede vruchtbare kustvlakte en zoetwaterbronnen. Met de landbouwgedeelten zijn de hellingen bedekt met dennenbossen, met wijngaarden, olijfboomgaarden, fruitboomgaarden en lavendelvelden. Het klimaat wordt bepaald door gematigde winters en zonnige zomers met veel zonlicht. Het eiland heeft 11,103 inwoners en is daarmee het vierde meest bevolkte eiland van Kroatië.
De centrale ligging van Hvar aan de Adriatische vaarroutes heeft het lange tijd tot een vitale basis gemaakt voor het domineren van de handel langs de Adriatische Zee, naar Italië en over de Middellandse Zee. Het wordt al sinds de prehistorie bewoond, eerst door een neolithische stam wiens eigenaardige aardewerk de naam Hvar-cultuur heeft doen ontstaan, daarna door de Illyriërs. In 384 voor Christus stichtten de oude Grieken de kolonie Pharos op de locatie van het huidige Stari Grad, waarmee het een van de oudste nederzettingen van Europa werd. Ze waren ook verantwoordelijk voor het opzetten van de landbouwafdelingen van de Stari Grad-vlakte, die nu op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Hvar (stad) kreeg bekendheid in het Venetiaanse rijk als een belangrijk marinestation gedurende de middeleeuwen. Welvaart bracht cultuur en kunst, waaronder een van Europa's vroegste openbare theaters, herenpaleizen en verschillende uitstekende gemeenschapsstructuren.
Met de Hvar-opstand, kustinvallen door piraten en het Ottomaanse leger vanaf het vasteland, was de 16e eeuw een turbulente periode, wat resulteerde in een aantal opmerkelijke versterkte huizen aan de noordkust om de lokale bewoners te verdedigen. Na een korte periode onder Napoleontisch bestuur werd het eiland opgeslorpt door het Oostenrijkse keizerrijk, wat een rustigere en welvarender periode inluidde. Havens werden verbreed, kades werden aangelegd en langs de kust floreerden vissers- en botenbouwbedrijven. In dezelfde periode steeg de wijnexport van het eiland enorm, evenals de productie van lavendel en rozemarijn voor de Franse parfumindustrie. Helaas duurde deze welvaart niet tot in de twintigste eeuw, toen houten zeilschepen verouderd raakten en de phylloxera-plaag de wijnproductie decimeerde. Veel eilandbewoners zijn gevlucht om een nieuw leven in het buitenland te beginnen.
De ene sector daarentegen is gegroeid en levert nu een aanzienlijke bijdrage aan de economie van het eiland. De oprichting van The Hygienic Association of Hvar in 1868 ten behoeve van eilandtoeristen is essentieel geweest voor de ontwikkeling van een infrastructuur van hotels, residenties, restaurants, jachthavens, musea, galerijen en cafés. Tegenwoordig is het eiland Hvar een bekende toeristische bestemming.