Van Rio's sambaspektakel tot Venetië's gemaskerde elegantie, ontdek 10 unieke festivals die menselijke creativiteit, culturele diversiteit en de universele geest van feestvieren laten zien. Ontdek…
Parijs, gelegen aan de linkeroever van de Seine, is een stad waarvan de skyline wordt gedomineerd door historische monumenten en elegante boulevards. Het is al lange tijd een van 's werelds grootste hoofdsteden, een wereldwijd centrum van financiën, cultuur, mode en gastronomie. Omdat het een van de eerste Europese steden was met uitgebreide straatverlichting en een centraal knooppunt was van het Verlichtingsdenken, kreeg Parijs in de 19e eeuw de bijnaam La Ville Lumière (de "Lichtstad"). Tegenwoordig trekt Parijs jaarlijks zo'n vijftig miljoen bezoekers, die allemaal de legendarische architectuur, musea van wereldklasse en de gevierde levensstijl willen ervaren. De historische kern van Parijs (de oevers van de Seine en de bruggen) staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en getuigt van het rijke culturele erfgoed van de stad.
Begin 2025 besloeg de stad Parijs zelf ongeveer 105 vierkante kilometer en telde het naar schatting 2.048.472 inwoners. Daarmee is Parijs de grootste stad van Frankrijk en de vierde meest bevolkte stad van de Europese Unie. De regio Île-de-France (Groot-Parijs) telt ongeveer 12 miljoen inwoners (gegevens uit 2023), goed voor bijna een vijfde van de Franse bevolking. Economisch gezien is de metropoolregio Parijs de motor van Frankrijk – het bbp bedroeg in 2021 ongeveer € 765 miljard, het hoogste van alle Europese steden-regionale economieën. Het leven in Parijs is ook duur: volgens een groot onderzoek naar de kosten van levensonderhoud stond de stad op de negende plaats ter wereld qua kosten (gegevens uit 2022). In de praktijk zullen bezoekers hoge hotelprijzen en prijzige restaurants opmerken, hoewel er nog steeds een scala aan budgetopties (bistro's, straatmarkten en cafés) beschikbaar blijft.
Parijs ligt in Noord-Centraal Frankrijk, ongeveer 400 kilometer van de kust van het Engelse Kanaal. Het ligt aan een brede bocht in de Seine, in het hart van het Parijse Bekken. De stad zelf is vrij vlak (gemiddeld ongeveer 35 meter boven zeeniveau), hoewel verschillende lage heuvels opmerkelijke uitzichtpunten bieden: de bekendste zijn Montmartre in het noorden (96 meter) en Belleville in het oosten (een kunstmatige heuvel van 128 meter). De natuurlijke eilanden van de Seine (met name het Île de la Cité) verankeren Parijs al sinds de oudheid. De regio Parijs bestaat grotendeels uit landbouwvlaktes buiten de stad, met het Bois de Boulogne in het westen en het Bois de Vincennes in het oosten, die uitgestrekte groene zones vormen.
Parijs heeft een gematigd zeeklimaat (Köppen Cfb). De winters zijn koel en vrij vochtig; sneeuw is zeldzaam en kort. De zomer brengt aangename warmte. De gemiddelde maximumtemperaturen liggen over het algemeen tussen de 20 en 30 °C in juli en augustus, hoewel korte hittegolven de temperaturen soms tot 30 °C kunnen opdrijven. De lente (april-mei) en herfst (september-oktober) kennen milde dagen (rond de 15-20 °C) en verfrissende avonden. De regenval is gematigd en redelijk gelijkmatig verdeeld over het jaar – mei is meestal de natste maand. In de winter zakt de thermometer zelden ver onder het vriespunt. Al met al is het klimaat van Parijs gunstig voor reizen het hele jaar door: elk seizoen heeft zijn voordelen (groene parken in de lente, lang daglicht in de zomer, goudgele bladeren in de herfst, kerstverlichting in de winter) en geen enkel seizoen is extreem genoeg om onaanvaardbaar te zijn.
Parijs is onmiskenbaar Franstalig – le français is de officiële taal van de stad en bijna alle inwoners leven hun dagelijks leven in het Frans. Dat gezegd hebbende, Parijs is kosmopolitisch: je hoort veel accenten en talen op straat, en Engels wordt breed begrepen in hotels, toeristische locaties en bedrijven. In wijken die minder door toeristen worden bezocht, is Engels minder gebruikelijk, dus beleefde Franse zinnen helpen altijd. De lokale levensstijl van de stad draait nog steeds om het café- en buurtleven. Parijzenaars koesteren hun terrasjes, waar een espresso in de ochtend of een ontspannen cognac in de middag deel uitmaken van de routine. Overdag zijn pauzes voor koffie en een praatje gebruikelijk, en het avondeten begint vaak later dan in sommige landen (20.00-21.00 uur is normaal). Parijzenaars kleden zich over het algemeen met oog voor klassieke stijl en modegevoel – er wordt vaak gezegd dat Parijzenaars de voorkeur geven aan gedempte, elegante kleuren, maar je ziet er elke modetrend, van haute couture tot relaxed casual.
Parijs heeft een beroemde 'culturele' sfeer. Op elke hoek van de straat zijn er herinneringen aan dat deze stad de drijvende kracht is geweest achter kunst en wetenschap. Instellingen zoals de Sorbonne (gesticht in 1200) en de salons en cafés van de Verlichting hebben grote denkers ontvangen, terwijl de grote theaters, concertzalen en opera's van de 19e eeuw (zoals Palais Garnier) nog steeds de echo van ballet en opera laten horen. Tegenwoordig bruist Parijs van creativiteit: modehuizen aan de Avenue Montaigne en de Rue Saint-Honoré zetten de toon, en vooruitstrevende ontwerpers mengen zich met literaire cafés en filmfestivals. Al deze elementen – geschiedenis, hoge cultuur, stijl en gastronomie – komen samen in wat het toerismebureau van de regio Parijs de beroemde 'art de vivre' van de regio noemt.
Al decennia en eeuwenlang betovert Parijs bezoekers als dé Europese stad. Haar aantrekkingskracht berust op verschillende lagen van geschiedenis en schoonheid. Een simpele maatstaf: uit onderzoek blijkt herhaaldelijk dat Parijs een van 's werelds populairste toeristische bestemmingen is (in 2018 bezochten ongeveer 50 miljoen buitenlandse bezoekers). Haar monumenten en musea herbergen schatten van wereldklasse. Zo was Parijs de bakermat van talloze kunststromingen (van het impressionisme tot het kubisme), en haar galerieën (met name het Louvre) herbergen de meesterwerken van de westerse kunst. De stad is ook al lange tijd een centrum van intellectueel leven: van middeleeuwse universiteiten tot de salons van de Verlichting, tot de filosofen en schrijvers van de 20e eeuw, Parijs trok denkers van over de hele wereld aan.
De bijnaam van de stad, de "Lichtstad", weerspiegelt dan ook niet alleen letterlijke straatlantaarns, maar ook metaforische verlichting – Parijs is een baken van ideeën, innovatie en creativiteit. De sfeer nodigt ook uit tot romantiek: met bomen omzoomde promenades langs de Seine, avondwandelingen door de binnenplaats van het Louvre, dineren bij kaarslicht in de cafés in de Marais. De dichtheid aan bezienswaardigheden (de Eiffeltoren, de Notre-Dame, de Sacré-Cœur, de Champs-Élysées, enz.) maakt dat Parijs aanvoelt als een levend museum. Eeuwenlange kunst en architectuur gaan hand in hand met cafés en markten, waardoor de stad nooit statisch aanvoelt. Al deze factoren – erfgoed en modern leven samen – blijven reizigers, kunstenaars en dromers die de "Lichtstad" bezoeken, boeien.
Lang voordat Parijs een hoofdstad werd, was de stad al bewoond. Archeologie toont nederzettingen in de omgeving van Parijs die teruggaan tot minstens het Neolithicum (rond 4500 v.Chr.). De eerste bekende naam van de stad is afkomstig van de Gallische stam die de Parijzenaars, die rond het midden van de 3e eeuw v.Chr. een versterkt dorp bouwde op het Île de la Cité. De Parisii sloegen munten en bouwden houten palissaden en bruggen over de Seine. In 52 v.Chr., tijdens Julius Caesars verovering van Gallië, versloeg een Romeins leger de Parisii. De Romeinen vestigden vervolgens een garnizoensstad genaamd Lutetia op het eiland en de aangrenzende oevers. In de daaropvolgende eeuwen groeide het Romeinse Lutetia uit tot een welvarende regionale stad (met amfitheaters, baden en villa's), waarmee de basis werd gelegd voor de toekomstige hoofdstad. Tegen het einde van de 3e eeuw n.Chr. Parijs (Parijs) werd in het Latijn gebruikt en in de 5e eeuw werd het eenvoudigweg Parijs genoemd.
Met de val van het West-Romeinse Rijk ontwikkelde Parijs zich onder de Franken tot een middeleeuws centrum. De ligging maakte het al vroeg tot een politiek centrum – Clovis en later de Karolingische koningen heersten in de regio. Vanaf de hoge middeleeuwen was Parijs ook een intellectuele grootmacht. Kathedraal- en kloosterscholen trokken geleerden aan, en tegen de 12e eeuw huisvestte het beroemde Quartier Latin op de linkeroever de Universiteit van Parijs. De Universiteit van Parijs begon rond 1150 vorm te krijgen en werd in 1200 formeel gecharterd door koning Filips II (met pauselijke goedkeuring in 1215). De Sorbonne (theologische faculteit) werd in 1257 opgericht door Robert de Sorbon, waarna de universiteit eeuwenlang de Europese theologie en filosofie zou domineren.
De middeleeuwen kenden ook een bloeiperiode voor de Parijse architectuur, met name de gotische kathedralen. De overgang van romaans naar gotisch begon vlakbij, bij de basiliek van Saint-Denis. Abt Suger (1122-1151) herbouwde Saint-Denis met baanbrekende ribgewelven en bijna glasachtige glas-in-loodwanden – elementen die de nieuwe architectuur kenmerkten. Gotisch Stijl. Geïnspireerd door de bouw legde bisschop Maurice de Sully in 1163 de eerste stenen van de Notre-Dame-kathedraal op Île de la Cité. Het koor van de kathedraal werd in 1182 ingewijd en de belangrijkste bouwwerkzaamheden (de twee torens en roosvensters) gingen door tot in de 13e eeuw. Vlakbij bouwde koning Filips II (Filips Augustus) een nieuwe stadsmuur en transformeerde het Louvre van een bescheiden fort tot een koninklijk paleis.
Tegen de late middeleeuwen was Parijs uitgegroeid tot een metropool, hoe je het ook wendt of keert. Rond 1328 telde de stad mogelijk wel 200.000 inwoners, waarmee het de grootste stad van Europa was. Onder koning Lodewijk IX (Saint Lodewijk, 1226-1270) werd het niet alleen een religieus centrum (Lodewijk liet de Sainte-Chapelle bouwen om christelijke relikwieën te bewaren), maar ook een cultureel centrum. Kortom, het middeleeuwse Parijs vormde de bakermat van kennis en gotische architectonische vernieuwing.
Tijdens de Renaissance bleef Parijs het hart van de Franse koninklijke macht, terwijl het nieuwe ideeën uit Italië omarmde. In de 16e eeuw nodigde koning Frans I (regeerde van 1515 tot 1547) renaissancekunstenaars en -denkers uit naar Parijs. Hij nodigde Leonardo da Vinci uit aan het Franse hof en in 1534 werd hij de eerste Franse koning die daadwerkelijk in het Louvre woonde. Onder Frans en zijn opvolgers werd het middeleeuwse Louvre geleidelijk omgevormd tot een prachtig renaissancepaleis. Frans stichtte in 1530 ook het Collège de France om Grieks, Hebreeuws en wiskunde te doceren (een stap die de humanistische universiteiten elders weerspiegelde). Koning Hendrik II (regeerde van 1547 tot 1559) en koningin Catharina de' Medici bleven Parijs verfraaien: Hendrik voltooide een nieuw stadhuis (Hôtel de Ville) en bouwde de Pont Neuf (de "Nieuwe Brug"), terwijl Catharina de Tuilerieën (begonnen in 1564) en de tuinen naast het Louvre liet bouwen.
De 17e en vroege 18e eeuw waren een tijdperk van pracht en praal. Onder Lodewijk XIV werd Parijs herbouwd om de koninklijke prestige te weerspiegelen (bijvoorbeeld de zuil van de Place Vendôme en het Hôtel des Invalides). Maar tegen de 18e eeuw was Parijs ook het intellectuele hart van Europa. De cafés en salons van Parijs gonsden van de discussies over de Verlichting. Diderot, d'Alembert en anderen stelden de Encyclopedie (gepubliceerd 1751-1772) in Parijs, symbool van de Verlichting. In de jaren 1720 telde Parijs zo'n 400 openbare cafés, die ontmoetingsplaatsen werden voor filosofen, schrijvers en kunstenaars. Grootheden zoals Voltaire, Rousseau, Montesquieu en vele anderen debatteerden in deze cafés en salons. Ook de adel was actief: de aristocratische wijk Faubourg Saint-Germain stond vol weelderige herenhuizen (zoals het toekomstige Élysée en Hôtel Matignon). Parijs was in deze periode tegelijk een marktplaats voor ideeën en een toonbeeld van Franse grandeur, en vormde de basis voor nog radicalere veranderingen.
Tegen 1789 had Parijs zijn pre-revolutionaire hoogtepunt bereikt, zowel qua prestige als qua sociale spanningen. De bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 markeerde het begin van de Franse Revolutie. In de jaren die volgden, werd de stad geteisterd door politieke onrust: de monarchie werd afgeschaft, koning Lodewijk XVI werd in 1793 geëxecuteerd en Parijs kende afwisselend een royalistisch en revolutionair bewind. Door deze omwentelingen (waaronder de Terreur en de opkomst van Napoleon) veranderde het leven in de stad drastisch. De Parijse instellingen – van de Commune van Parijs tot de nieuwe politiemacht – ontwikkelden zich razendsnel.
De Revolutie eindigde toen Napoleon Bonaparte in 1799 de macht greep. Als keizer (vanaf 1804) zette Napoleon zich in om Parijs om te vormen tot een hoofdstad die zijn rijk waardig was. Hij gaf opdracht tot ambitieuze bouwprojecten. In 1802 bouwde hij de Pont des Arts – de eerste ijzeren brug van de stad (nu een voetgangersbrug). In 1806 gaf hij opdracht tot de bouw van een monumentale ceremoniële boog aan het westelijke uiteinde van de belangrijkste laan van Parijs – de Arc de Triomphe – om zijn militaire overwinningen te vieren. (De grote boog werd pas in 1836 voltooid, lang na zijn val.) Napoleon ondernam ook openbare werken om de stad te moderniseren: hij gaf de aanzet tot het Canal de l'Ourcq en de reservoirs bij La Villette om de Parijzenaars van vers water te voorzien. Sommige grootse plannen bleven echter onuitgevoerd (zo werd zijn voorgestelde Olifantenfontein bij de Bastille pas in gang gezet). Na Napoleons nederlaag (1815) en ballingschap keerde Parijs kortstondig terug naar de monarchie, maar de veranderingen die hij doorvoerde, lieten een blijvende indruk achter. Zijn projecten baanden de weg voor de volledige heropbouw van de stad in het volgende tijdperk.
Onder Napoleons neef, keizer Napoleon III, werd Parijs pas echt modern. In 1853 benoemde Napoleon III baron Georges-Eugène Haussmann tot stadsprefect en belastte hem met een grootschalige stadsvernieuwing. In de daaropvolgende zeventien jaar transformeerde Haussmann Parijs volledig. Middeleeuwse wijken werden gesloopt om brede, met bomen omzoomde boulevards en pleinen te creëren. De smalle straatjes rond het Île de la Cité werden verwijderd om een nieuw Palais de Justice en een prefectuur op het eiland te bouwen. Haussmann legde strenge bouwvoorschriften op: alle nieuwe gebouwen langs de grote boulevards moesten een uniforme hoogte en een klassieke stijl hebben, bekleed met crèmekleurige steen (het karakteristieke uiterlijk dat we vandaag de dag zien). Hij moderniseerde ook de infrastructuur van de stad: er werden nieuwe treinstations (Gare du Nord, Gare de Lyon) gebouwd om Parijs per spoor te verbinden, en er werden kilometers aan nieuwe riolering en waterleidingen onder de straten aangelegd. Tegen de jaren 1870 was Parijs onherkenbaar geworden ten opzichte van zijn middeleeuwse verleden: in plaats van wirwar van steegjes waren er brede lanen, werden parken aangelegd (zoals het Bois de Boulogne en de Jardin du Luxembourg) en iconische gebouwen zoals de opera Palais Garnier (voltooid in 1875) gaven de stad extra grandeur. Haussmanns Parijs was het voorbeeld voor veel toekomstige steden – een netwerk van weidse vergezichten en monumenten dat de moderne 'Parijse uitstraling' definieert.
De late 19e en vroege 20e eeuw brachten Parijs zowel welvaart als catastrofe. De Belle Époque (ongeveer 1871-1914) was een tijdperk van optimisme en creativiteit. Parijs organiseerde wereldtentoonstellingen in 1878, 1889 en 1900 – de laatste schonk de wereld de Eiffeltoren (1889) en het Grand Palais/Petit Palais. Vooruitgang zoals de Parijse metro (geopend in 1900) en de eerste openbare filmvertoning (1895, door de gebroeders Lumière) kondigden Parijs aan als een leider van moderne innovatie. Kunstenaars verzamelden zich in de levendige wijken van Parijs: het impressionisme begon daar in de jaren 1870 en tegen de jaren 1900 waren avant-gardestromingen zoals het kubisme en het fauvisme ontstaan in Montmartre en Montparnasse. Literaire salons en cafés ontvingen figuren als Marcel Proust, Henri Matisse schilderde in de ateliers van Montparnasse en de Russische impresario Diaghilev bracht de Ballets Russes naar Parijs.
Tragisch genoeg werd deze gouden eeuw verstoord door twee wereldoorlogen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kreeg Parijs te maken met artilleriebeschietingen en voedseltekorten (het verkortte zelfs sommige straatnamen om inkt op borden te besparen), maar het bleef onder Franse controle achter het westelijk front. De jeugd van de stad trok ten strijde, maar ook het Parijse leven mobiliseerde zich voor de oorlog (met monumentenbouw en nationale eenheid). Na de wapenstilstand in 1918 ging Parijs het interbellum in als een wereldwijde culturele hoofdstad. In de Roaring Twenties trokken geëmigreerde schrijvers (Hemingway, Fitzgerald) en kunstenaars naar Montparnasse, vulden nachtclubs en jazzclubs Saint-Germain, en kregen surrealisme en existentialisme vorm in de cafés op de Rive Gauche.
In de Tweede Wereldoorlog betaalde Parijs een hogere prijs. Franse troepen werden in 1940 teruggedrongen en Duitsland bezette Parijs op 22 juni 1940. Vier jaar lang stond de stad onder nazi-militair bewind. Het leven was gespannen: avondklokken, rantsoenering en de tragische deportatie van vele Parijzenaars (vooral Joden). Toch opereerden er in het geheim verzetshaarden. In augustus 1944 bevrijdden geallieerde troepen en het Franse verzet Parijs. Het Duitse garnizoen gaf zich over op 25 augustus 1944, waarmee een einde kwam aan de bezetting. Generaal Charles de Gaulle marcheerde over de Champs-Élysées om de stad vrij te verklaren. Na de oorlog herbouwde Parijs zich langzaam. Aan het einde van de 20e eeuw kreeg de stad opnieuw de status van wereldcentrum terug. In de jaren 1920 en 1930 werden er modernistische monumenten gebouwd (bijvoorbeeld het Palais de Chaillot voor de Wereldtentoonstelling van 1937). Na de oorlog vonden er internationale topconferenties plaats en werd Parijs een bakermat van de art nouveau (Nouvelle Vague-films, existentialistische filosofie).
Parijs is vandaag de dag nog steeds een stad in ontwikkeling die traditie combineert met het moderne. De skyline heeft nog steeds daken en kerktorens in Haussmannstijl, maar moderne glazen kantoortorens (zoals de Tour Montparnasse en de wijk La Défense) weerspiegelen het Parijs van de 21e eeuw. De bevolking is zeer divers: ongeveer één op de vijf Parijzenaars is in het buitenland geboren (20,3% volgens de volkstelling van 2011), wat een weerspiegeling is van de immigratiegolven uit Europa, Afrika en Azië sinds de 19e eeuw. Deze multiculturele samenleving draagt bij aan de levendige cultuur van Parijs – van de Noord-Afrikaanse keuken tot Afrikaanse modeontwerpers, van Europese academische gemeenschappen tot Aziatische kunstcentra – waardoor het een echte wereldstad is.
Parijs staat ook voor uitdagingen en initiatieven van de 21e eeuw. De stad voert grote openbare werken uit: de Grand Paris Express zal bijvoorbeeld tegen 2030 200 kilometer aan nieuwe, geautomatiseerde metrolijnen en tientallen stations in de stad toevoegen. In 2024 bereidt Parijs zich voor op de Olympische en Paralympische Zomerspelen (de derde keer dat dit gebeurt), wat leidt tot nieuwbouw en stedelijke verbeteringen. Milieuoverwegingen hebben Parijs ertoe aangezet om duurzaam vervoer te bevorderen: de afgelopen jaren heeft de stad tientallen kilometers aan beschermde fietspaden aangelegd en haar elektrische bus- en tramnetwerk uitgebreid.
Een dramatisch symbool van de veerkracht van Parijs was de restauratie van de Notre-Dame. Op 15 april 2019 verwoestte een enorme brand dit gotische monument, waarbij de torenspits en het houten dak werden verwoest. Parijzenaars en miljoenen mensen wereldwijd keken toe hoe eeuwen aan geschiedenis leken in te storten. Een enorme internationale inspanning volgde, en op 7 december 2024 werd de Notre-Dame officieel heropend voor het publiek. Dit feniksachtige herstel – de herbouw van de kathedraal in vijf jaar – illustreert Parijs' vastberadenheid om haar erfgoed voor de toekomst te behouden. Anno 2025 is Parijs nog steeds een van 's werelds rijkste en invloedrijkste steden. De economie (ongeveer 1 biljoen dollar bbp) is de grootste van Europa en Parijs blijft trendsetter op het gebied van kunst, mode, gastronomie en diplomatie. Toch heeft Parijs door al deze veranderingen heen de kern van haar identiteit behouden: een stad doordrenkt van geschiedenis en kunst, voortdurend vernieuwd en eindeloos fascinerend.
Parijs is in elk seizoen te bezoeken, maar de sfeer en omstandigheden variëren. Het hoogseizoen is de zomer (juni tot en met augustus) en de kerst- en nieuwjaarsvakantie. De zomer biedt lange, warme dagen (maximaal rond de 25 °C), ideaal voor sightseeing en terrasjes. De zomer is echter ook de periode waarin hotels en vliegtickets het duurst zijn en de drukte bij belangrijke attracties (de Eiffeltoren, het Louvre, enz.) het grootst is. Het tussenseizoen – lente (april-mei) en herfst (september-november) – wordt vaak aanbevolen voor een goede balans. De late lente brengt de tuinen van de stad in bloei en zorgt voor over het algemeen aangename temperaturen, hoewel er een paar regenachtige dagen mogelijk zijn (mei kan behoorlijk nat zijn). De herfst (vooral september-oktober) heeft meestal fris, helder weer en minder drukte (nu de zomertoeristen weg zijn). In deze maanden vinden vaak de Paris Fashion Week en oogstfestivals plaats; het licht kleurt goudgeel over de lanen.
De winter in Parijs is koel, maar niet streng. De gemiddelde dagtemperaturen liggen net boven het vriespunt. Hoewel januari en februari fris kunnen zijn (zelden onder de -5 °C), valt er zelden veel sneeuw. Het voordeel van de winter is dat er weinig mensen zijn (behalve rond Kerstmis en Nieuwjaar) en dat er feestelijke decoraties zijn. Kerstmarkten duiken op in de Tuilerieën en langs de Champs-Élysées, en de Eiffeltoren is verlicht met kerstverlichting. Als u voorbereid bent op kortere dagen (zonsondergang al om 17.00 uur), kan de winter een aantrekkelijke tijd zijn om voordelig te bezoeken.
Kortom, als je het allerbeste weer wilt en geen problemen hebt met drukte, is de zomer ideaal. Als je liever minder toeristen en lagere prijzen hebt, maar toch van mild weer wilt genieten, zijn de late lente en vroege herfst ideaal. Veel Parijs-veteranen geven vooral de voorkeur aan eind september of begin oktober, wanneer de stad nog levendig is en de bomen verkleuren. Parijs heeft zelden extreem weer, dus zelfs de winter biedt attracties (overdekte musea, gezellige brasseries en de kans om Parijs onder kerstverlichting te zien). Ongeacht wanneer je gaat, plan vooruit voor belangrijke feestdagen: sommige attracties kunnen kortere openingstijden hebben of gesloten zijn op 25 december en 1 januari.
Meer tijd is altijd beter, maar zelfs een kort bezoek kan de hoogtepunten van Parijs vastleggen. Een lang weekend (2-3 dagen) kan de essentie omvatten: een ochtend in het Louvre, een middag de Eiffeltoren beklimmen (of bekijken) en langs de Seine lopen; een aparte dag in het Quartier Latin, de Notre-Dame (of de buitenkant ervan) en Sainte-Chapelle bezoeken, en door Saint-Germain slenteren; en een avond genieten van Montmartre en de Sacré-Cœur. Dit schema is hectisch en draait om het overslaan van wachtrijen en snel bewegen. Het geeft een voorproefje van Parijs, maar is slechts een oppervlakkige kennismaking.
Een middellang verblijf (4-5 dagen) biedt een completere ervaring. Naast de bovengenoemde bezienswaardigheden kunt u ook tijd doorbrengen in het Musée d'Orsay, over de Champs-Élysées naar de Arc de Triomphe slenteren en een paar specifieke wijken verkennen (bijvoorbeeld de trendy Marais of het chique 7e arrondissement). U kunt ook een halve dag naar Versailles (zie hieronder) of een ontspannen diner in een klassieke bistro plannen. Een vijfdaagse reis biedt mogelijk zelfs ruimte voor een avondconcert of een nachtcruise op de Seine.
Gedurende een week of langer verken je Parijs grondiger. Je kunt in een ontspannen tempo slenteren, favoriete plekjes opnieuw bezoeken en bezienswaardigheden buiten de gebaande paden bekijken (bijvoorbeeld verborgen binnenplaatsen in de Marais of street art in Belleville). Langere reizen kunnen ook dagtrips buiten Versailles omvatten: bijvoorbeeld een treinreis naar de tuinen van Monet in Giverny of naar de kathedraal van Chartres. Een week lang verblijven laat je het dagelijks leven van de Parijzenaars ervaren: tijd doorbrengen op markten, meerdere cafébezoeken afleggen, door verschillende arrondissementen slenteren, gewoon om de sfeer te proeven.
Plan in de praktijk minstens 3 volledige dagen voor je eerste trip. Zo heb je de belangrijkste dingen gedaan zonder al te veel haast. Gebruik die dagen strategisch: groepeer bezienswaardigheden per locatie en koop tickets online wanneer mogelijk (om wachtrijen te voorkomen). Als je de tijd hebt, verleng dan de reis naar een week om de overgang te maken van alleen sightseeing naar het écht ervaren van het Parijse ritme.
Parijs is een van de grootste transportknooppunten ter wereld. De belangrijkste luchthavens voor vliegreizen zijn Charles de Gaulle Airport (CDG) en Orly Airport. CDG (Roissy) ligt ongeveer 25 km ten noordoosten van het stadscentrum en is de grootste luchthaven van Frankrijk – in 2023 was het de derde drukste luchthaven van Europa. Orly ligt ten zuiden van Parijs. Beide luchthavens hebben frequente internationale vluchten en worden bediend door treinen, bussen en shuttles naar de stad. Zo verbindt de RER B-pendeltrein CDG met het centrum van Parijs (met haltes op Gare du Nord, Châtelet-Les Halles en meer). Een kleinere luchthaven, Beauvais, verwerkt enkele lowcostmaatschappijen (voornamelijk naar Londen en Oost-Europa).
Met de trein heeft Parijs zes grote treinstations, die elk verschillende regio's en landen bedienen. Gare du Nord (in het 10e arrondissement) bedient Noord-Frankrijk en internationale lijnen – het is het eindpunt voor Eurostar-treinen vanuit Londen en Thalys-treinen vanuit Brussel en Amsterdam. Gare de l'Est (10e arrondissement) bedient bestemmingen in het oosten (Duitsland). Gare de Lyon (12e arrondissement) verbindt met het zuidoosten (Lyon, Marseille, Zwitserland, Italië). Gare Montparnasse (14e arrondissement) bedient West- en Zuidwest-Frankrijk (Bordeaux, Rennes). Gare Saint-Lazare (8e arrondissement) bedient Normandië en Gare d'Austerlitz (13e arrondissement) bedient Midden-Frankrijk. Deze TGV-lijnen brengen reizigers vanuit steden als Lyon, Lille, Nantes, Straatsburg en Avignon binnen enkele minuten van Parijs. De nationale spoorwegmaatschappij SNCF rijdt ook regelmatig regionale treinen vanaf deze stations. Dankzij het hogesnelheids- en forensentreinnetwerk van Parijs kunt u gemakkelijk vanuit elke plek in Frankrijk of Europa naar Parijs reizen.
Als u met de auto komt, leiden zes radiale autoroutes (snelwegen) naar Parijs (bijvoorbeeld de A1 vanuit Lille/Londen, de A6 vanuit Lyon/Marseille en de A13 vanuit Normandië). De stad wordt omringd door de Périphérique, een snelweg die Parijs omringt. Autorijden in het centrum van Parijs kan lastig zijn vanwege het verkeer en de beperkte parkeergelegenheid. Veel Parijzenaars en bezoekers kiezen ervoor om buiten de stad te parkeren en gebruik te maken van het openbaar vervoer. Houd er rekening mee dat belangrijke snelwegen samenkomen en tijdens de spits vaak overbelast zijn.
Eenmaal in Parijs zijn de meeste bezienswaardigheden bereikbaar met het openbaar vervoer. Overweeg om de metro of RER (zie hieronder) te gebruiken in plaats van zelf te rijden. Taxi's zijn overal verkrijgbaar (let op auto's met verlichte "TAXI"-borden) en ook taxideelapps (Uber, Bolt) zijn in Parijs actief. Tijdens de spits komen echter zelfs taxi's vast te zitten in de file. Als u toch in Parijs rijdt, houd er dan rekening mee dat linksrijdend verkeer (rechts) en strenge parkeerregels de norm zijn. Over het algemeen is het het makkelijkst om de auto buiten te laten staan en de stad te voet of met het openbaar vervoer te verkennen.
Het openbaar vervoer in Parijs is zowel uitgebreid als efficiënt – de stad heeft belangrijke prijzen gewonnen voor de duurzaamheid van het openbaar vervoer. De ruggengraat wordt gevormd door de metro (de Parijse metro) en de RER (forenzentrein). De metro heeft 16 lijnen (genummerd van 1 tot en met 14, plus 3bis en 7bis) en zo'n 321 stations (in 2025). De metro rijdt frequent (vaak elke 2-5 minuten) vanaf ongeveer 5:30 uur 's ochtends tot na middernacht. Bijna elke centrale wijk en bezienswaardigheid ligt op een paar minuten afstand van een metrohalte. De RER-treinen A, B, C, D en E vullen de metro aan door buitenwijken en sneltreinen in de stad te bedienen: zo rijden RER A en B van oost naar west en van noord naar zuid door het centrum en verbinden ze afgelegen buitenwijken met belangrijke knooppunten (zoals station Châtelet-Les Halles, waar meerdere lijnen elkaar kruisen). RER-treinen zijn sneller voor lange reizen, maar hebben minder haltes. Samen zorgen de metro en de RER ervoor dat het grootste deel van Parijs bereikbaar is zonder dat u een auto nodig hebt.
Bussen en trams bieden ook mogelijkheden voor een oversteek. Parijs heeft tientallen buslijnen die dag en nacht rijden en die uithoeken bereiken waar de metro niet komt. Nachtbussen (Noctilien) bedienen de belangrijkste verkeersaders nadat de metro sluit. Verschillende tramlijnen cirkelen rond de buitenwijken, ideaal om de buitenwijken te verkennen. De afgelopen jaren heeft de stad de fietsinfrastructuur uitgebreid: Parijs heeft tientallen kilometers aan beschermde fietspaden aangelegd in zijn "plan vélo". Het populaire Vélib'-systeem (zelfbedieningsfietsen) maakt korte ritjes op gedeelde stadsfietsen mogelijk. Voor korte ritjes in het centrum van Parijs is wandelen ook zeer praktisch – de afstanden tussen de monumenten zijn goed te belopen (bijvoorbeeld van het Louvre naar de Notre-Dame is het slechts 2 km langs de rivier).
Het openbaar vervoer in Parijs is over het algemeen gemakkelijk te gebruiken, vooral met een beetje voorbereiding. Een oplaadbaar kaartje ("Navigo" of "Paris Visite"-kaart) kan worden gebruikt op alle metro-, RER-, bus- en tramlijnen in zones 1-3. Borden in stations en in voertuigen bevatten meestal Engelse instructies naast Franse. Toch zal het leren van een paar Franse zinnen ("Bonjour", "Merci", enz.) de interactie vergemakkelijken. Taxi's en deelauto's zijn gemakkelijk aan te houden, maar ze zijn aanzienlijk duurder en kennen vaak files. Sterker nog, de officiële prijs van Parijs als leider in duurzaam openbaar vervoer weerspiegelt de relatieve snelheid en dekking van de metro/RER. Voor de meeste bezoekers is het beheersen van de metrokaart en het kopen van een meerdaagse kaart de beste strategie.
Parijs biedt diverse stadspassen die voordelig kunnen zijn als je ze volledig benut. De Paris Museum Pass (voor 2, 4 of 6 dagen) geeft je skip-the-line toegang tot tientallen attracties: bijna elk belangrijk museum, elke kathedraal (zoals Sainte-Chapelle) en elk historisch monument is inbegrepen. Voor een intensief sightseeingprogramma loont de pas vaak de moeite. Twee dagen Parijs, bijvoorbeeld, met het Louvre, Orsay, de Arc de Triomphe, het Panthéon en een rondleiding door Versailles, kosten aan losse tickets meer dan een tweedaagse pas. Met de Museum Pass hoef je bovendien niet in de rij te staan, wat een enorme tijdsbesparing kan opleveren.
Parijs heeft ook gecombineerde stadspassen (ook wel de Paris Pass of Paris Passlib genoemd) die museumtoegang combineren met vervoer of rondleidingen. Deze kunnen geld besparen voor bezoekers die van plan zijn om regelmatig met het openbaar vervoer te reizen en veel betaalde bezienswaardigheden te bezoeken. Het is echter belangrijk om ze verstandig te gebruiken. Het bovendek van de Eiffeltoren en de top van de Notre-Dame (wanneer deze weer opengaat) vallen niet onder de standaardpassen (tickets voor de top van de Eiffeltoren moeten apart worden gekocht). Ook voor sommige speciale tentoonstellingen of nieuwere attracties kan een toeslag gelden. In de praktijk is de pas de moeite waard als u van plan bent om minstens 3-4 belangrijke bezienswaardigheden per dag te bezoeken. Als u de voorkeur geeft aan een rustig tempo of zich richt op gratis attracties (parken, wandelingen in de buurt, gratis museumdagen), dan kan het kopen van tickets à la carte voordeliger zijn. Kortom: reken eens goed uit op basis van uw reisschema. Het voordeel van de Paris Pass is gemak (één aankoop, minder wachtrijen) en een beetje besparing wanneer uw agenda vol is. Maar als uw reis naar Parijs informeel is (een paar musea en veel wandelen), dan is de pas mogelijk niet rendabel.
Geen bezoek aan Parijs is compleet zonder de Eiffeltoren te zien. Deze smeedijzeren vakwerktoren, voltooid in 1889, is uitgegroeid tot het blijvende symbool van de stad (en Frankrijk). De toren, ontworpen door ingenieur Gustave Eiffel voor de Wereldtentoonstelling van 1889, was oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke tentoonstelling. Met zijn 330 meter hoogte overtrof hij het Washington Monument en werd het hoogste bouwwerk ter wereld – een titel die hij 41 jaar lang behield. Parijzenaars hadden aanvankelijk kritiek op het gedurfde ontwerp van de toren, maar de publieke opinie keerde al snel. Tegenwoordig wordt hij liefkozend "La Dame de Fer" (de IJzeren Dame) genoemd en is hij het meest herkenbare icoon van Parijs. 's Avonds schittert hij elk uur met duizenden gouden lichtjes – een tafereel dat zowel bij de lokale bevolking als bij bezoekers geliefd is.
Bezoekers kunnen de Eiffeltoren beklimmen voor een panoramisch uitzicht. Er zijn drie verdiepingen open voor het publiek. De eerste twee platforms (op 58 m en 115 m) herbergen souvenirwinkels, cafés en een restaurant (op de eerste en tweede verdieping bevinden zich respectievelijk de brasserie 58 Tour Eiffel en het met een Michelinster bekroonde Jules Verne-restaurant). Een trap leidt naar de tweede verdieping – een klim van ongeveer 600 treden – maar de meeste toeristen gebruiken de lift om de hogere niveaus te bereiken. Het hoogste platform (op 276 m) biedt een adembenemend 360°-uitzicht over Parijs: op een heldere dag kun je kilometers ver kijken. Het is het hoogste openbare observatiedek van de Europese Unie. Tickets (vooral voor de top) moeten ruim van tevoren worden geboekt, want de wachtrijen kunnen erg lang zijn. Veel reisgidsen raden een bezoek laat op de dag aan: bijvoorbeeld het bekijken van de zonsondergang over de stad vanaf de toren is onvergetelijk.
Sinds 2019 beklimmen jaarlijks ongeveer zes miljoen mensen de toren (het aantal bezoekers lag de afgelopen jaren rond de 6 à 7 miljoen). Blijf je liever op de grond, dan is het uitzicht op de toren zelf vanaf het Champ de Mars-park of de Trocadéro-esplanade (aan de overkant van de rivier) net zo iconisch. Kortom, of je nu omhoog fietst of gewoon van onderaf kijkt, de Eiffeltoren is dé bezienswaardigheid van Parijs.
Het Louvre, gelegen aan de Tuilerieën, is het grootste kunstmuseum ter wereld en tevens het voormalige koninklijke paleis van Frankrijk. De uitgebreide collectie beslaat de periode van de prehistorie tot de 19e eeuw en omvat werken van alle grote beschavingen. Hoogtepunten zijn onder andere de Mona Lisa (Leonardo da Vinci), de antieke beelden van Venus van Milo en de gevleugelde Nikè van Samothrake, Egyptische antiquiteiten, islamitische kunst en grote barokke schilderijen (zoals Davids kroning van Napoleon). Het Louvre bezit bijna 500.000 kunstwerken (hoewel er op elk moment slechts zo'n 35.000 te zien zijn). In 2023 verwelkomde het Louvre ongeveer 8,7 miljoen bezoekers, waarmee het 's werelds meest bezochte museum is.
Naast de Mona Lisa zijn er nog andere meesterwerken die u gezien moet hebben. Zo hangen Jacques-Louis Davids De Vrijheid leidt het Volk (1830) en Théodore Géricaults Vlot van de Medusa in de Denon-vleugel. Sculpturen zoals Michelangelo's Opstandige Slaaf en werk van Titiaan en Caravaggio vindt u verspreid over de Sully- en Richelieu-vleugels. Kunstliefhebbers plannen vaak van tevoren welke galerieën ze willen bezoeken.
Tips voor bezoekers: Het Louvre is enorm en kan overweldigend zijn voor onvoorbereide bezoekers. Een goede strategie is om via de ondergrondse Hal Napoleon (onder de piramide van het Louvre) naar binnen te gaan, waar je ticket wordt gecontroleerd. Een plattegrond van het museum of een app met een gids is onmisbaar – bepaal van tevoren of je je bijvoorbeeld wilt richten op de Italiaanse renaissanceschilderijen of de Griekse oudheden. De drukte kan enorm zijn, dus skip-the-line tickets kopen of deelnemen aan een rondleiding met tijdslot bespaart je uren. Even uitrusten in de tuin of de cafés van het museum kan je opfrissen tussen lange galeriesessies door. (In de zomer zijn de fonteinen en het gazon van de Tuilerieën een perfecte plek om te ontspannen na een bezoek aan het Louvre.) Hoe dan ook, zelfs een kort bezoek aan het Louvre verbindt je met eeuwen kunstgeschiedenis en de weelderige erfenis van Franse koningen.
De collectie van het Louvre is te omvangrijk om in één dag te bekijken. Naast de Mona Lisa en de reeds genoemde beroemde beelden, kunt u ook deze pareltjes bezoeken: De Kroning van Napoleon (Jacques-Louis David, een enorm schilderij in de Denon-vleugel); Grande Odalisque (Ingres); De Kantwerkster (Vermeer); en De Eed van de Horatii (David). Bewonder in de antieke kunst de stele van de Codex Hammurabi (oude Babylonische wet) en de Zittende Schrijver (Egyptisch). Veel bezoekers gaan direct naar de Egyptische Oudheden (Richelieu op de begane grond) en de Kunsten van de Islamitische Wereld (een kleine maar voortreffelijke collectie op de bovenverdieping). Elke vleugel bevat tientallen werken van wereldklasse. Een handige regel is: onderschat nooit de minder bekende galerie – vaak verbergt een stoffig hoekje een adembenemend fresco of een prachtig middeleeuws manuscript.
Als u het Louvre binnenkomt via de glazen piramide uit 1989 (een modern icoon op zich) komt u in de Hall Napoléon, van waaruit u gemakkelijk toegang hebt tot alle drie de vleugels. Om verwarring te voorkomen, neem direct een plattegrond van het museum mee: elke vleugel (Denon, Sully en Richelieu) is enorm. Probeer niet alles te zien. Plan per galerie of per kunstperiode. Als u bijvoorbeeld impressionistische schilderijen wilt (bewaard in Musée d'Orsay, niet in het Louvre), reserveer dan uw tijd in het Louvre voor schilderijen uit de middeleeuwen tot de barok. De Egyptische vleugel (in Sully) bevat een opmerkelijke intacte grafkamer en sarcofagen; de Richelieu-vleugel herbergt Franse kroonjuwelen en decoratieve kunst. Audiogidsen zijn beschikbaar in meerdere talen, die u kunnen helpen de kunst in context te plaatsen. De voorzieningen van het museum (cafetaria's en boekwinkel) zijn handig, maar houd rekening met drukte, vooral tijdens de lunch. Houd er ten slotte rekening mee dat het Louvre op dinsdag gesloten is – veel bezoekers maken de fout om op een sluitingsdag te komen.
Het middeleeuwse hart van Parijs klopt het sterkst op Île de la Cité, waar de Notre-Dame de belichaming is van de Franse gotiek. De bouw begon in 1163 onder bisschop Maurice de Sully en was grotendeels voltooid in 1260. De hoge steunberen en iconische twee torens sieren al eeuwenlang de skyline van Parijs. De Notre-Dame was de locatie van koningskroningen (waaronder Napoleon in 1804) en nationale ceremonies. Tot de schatten behoorden de Doornenkroon en een reliekschrijn uit de 9e eeuw, hoewel deze in de 21e eeuw naar veiligere locaties werden verplaatst. De roosvensters met gebrandschilderd glas (13e eeuw) zijn meesterwerken van gotisch licht.
In april 2019 werd de Notre-Dame getroffen door een catastrofale brand: het houten dak en de 19e-eeuwse torenspits werden verwoest. De tragedie was wereldwijd voelbaar. Een heroïsche wederopbouw volgde. Sinds 7 december 2024 is de Notre-Dame weer open voor het publiek, vijf jaar na de brand. Bezoekers kunnen nu het zorgvuldig gerestaureerde interieur (waarvan een groot deel bewaard is gebleven) bekijken en het gereconstrueerde dak en de torenspits bewonderen vanaf de Place Jean-Paul II. Beklim de torens (indien toegestaan) en krijg een close-up zicht op de waterspuwers van de kathedraal en een uitzicht over Parijs. De geschiedenis van de Notre-Dame – van de stichting in de 12e eeuw tot de wedergeboorte in de 21e eeuw – maakt haar tot een symbool van Parijs' erfgoed en veerkracht.
De Arc de Triomphe, gelegen aan de westkant van een statige Parijse laan, is een enorme triomfboog ter ere van de Franse militaire helden. Napoleon Bonaparte gaf in 1806 opdracht tot de bouw ervan (om zijn overwinning bij Austerlitz te vieren) en de boog werd uiteindelijk in 1836 ingewijd. De boog is 50 meter hoog en staat op de Place Charles de Gaulle (voorheen Place de l'Étoile), waar twaalf brede lanen als een ster naar buiten stralen. De vier massieve sculpturale reliëfs beelden scènes uit van Franse overwinningen en de namen van honderden generaals zijn op de oppervlakte gegraveerd. Onder het gewelf bevindt zich het Graf van de Onbekende Soldaat – daar begraven in 1920 als gedenkteken voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog – waarboven een eeuwige vlam brandt. Bezoekers kunnen een interne spiraalvormige helling naar de top van de Arc beklimmen voor een prachtig uitzicht over de historische as van Parijs (zie hieronder).
Een van de lanen die naar de Arc leiden, is de wereldberoemde Avenue des Champs-Élysées. De oorsprong ervan gaat terug tot 1667, toen landschapsarchitect André Le Nôtre de tuin van de Tuilerieën westwaarts uitbreidde tot wat toen de "Grand Cours" met iepen was. De naam Champs-Élysées ("Elysische Velden") werd in 1709 gegeven. Door de eeuwen heen werd de Champs-Élysées verbreed en versierd met bomen, fonteinen en promenades. In de 19e eeuw was het de belangrijkste boulevard van Parijs geworden, met theaters (zoals het Lido), cafés, luxe winkels, het Grand Palais en Petit Palais (gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1900), en later autoshowrooms en flagshipstores van merken. De Champs-Élysées strekt zich uit van de Place de la Concorde (met de oude Luxor-obelisk) tot aan de Arc de Triomphe. Er vinden nog steeds grote evenementen plaats: de militaire parade ter ere van de Franse nationale feestdag marcheert er langs en de beroemde finish van de Tour de France. Overdag of 's avonds (wanneer de Champs-Élysées schitterend verlicht is) over de Champs-Élysées slenteren is een typische Parijse ervaring.
De skyline boven Noord-Parijs wordt gedomineerd door de witte koepel van de Sacré-Cœur, hoog op de heuvel Montmartre. De bouw van de Sacré-Cœur begon in 1875 (na de Frans-Duitse Oorlog) en werd voltooid in 1914. De glimmende travertijngevel en Byzantijns geïnspireerde koepels waren bedoeld als zowel een religieus monument als een nationale boetedoening. Tegenwoordig is het een belangrijke bedevaartskerk en een geliefde bezienswaardigheid. Vanaf het hoogste punt – de centrale koepel, zo'n 200 meter boven de Seine – heeft men een weids panoramisch uitzicht over Parijs. De Sacré-Cœur is met name de op één na meest bezochte religieuze plek van Parijs (na de Eiffeltoren).
De omliggende wijk Montmartre was ooit een apart dorp, bekend om zijn kunstenaars en bohemiens. Eind 19e en begin 20e eeuw woonden en werkten schilders als Monet, Toulouse-Lautrec, Picasso en Van Gogh in de ateliers van Montmartre. Tegenwoordig heeft het gebied een dorpse sfeer behouden: geplaveide straten, de Place du Tertre (waar portretschilders hun werkplekken hadden) en de oude molen Moulin de la Galette. Kunstenaarsplekken zoals het cabaret Lapin Agile bestaan nog steeds. Een klim over de 222 treden van de Sacré-Cœur (of een korte rit met de kabelbaan) leidt bezoekers door tuinen naar het voorplein van de basiliek, een favoriete picknickplek bij zonsondergang. De charme van Montmartre is rustiger en romantischer dan die van het centrum van Parijs – je waant je in een vervlogen tijdperk van Parijse fantasie. Een verblijf of wandeling in Montmartre beloont bezoekers met zowel culturele geschiedenis als een van de meest adembenemende uitzichten van Parijs.
Ongeveer 20 kilometer ten zuidwesten van Parijs ligt Versailles, het indrukwekkende paleiscomplex van de Bourbonkoningen. Wat begon als een bescheiden jachthuis uit 1623 voor Lodewijk XIII, werd door zijn zoon Lodewijk XIV omgebouwd tot een paleis dat een Zonnekoning waardig was. Van 1661 tot 1715 breidde Lodewijk XIV Versailles stapsgewijs uit (architect Jules Hardouin-Mansart was verantwoordelijk voor een groot deel van de klassieke gevel en de Spiegelzaal). In 1682 verplaatste Lodewijk XIV het koninklijk hof daarheen, waardoor Versailles de facto de hoofdstad van Frankrijk werd tot de Franse Revolutie in 1789.
Tegenwoordig staat Versailles op de Werelderfgoedlijst van UNESCO (in 1979 opgenomen vanwege zijn belang als toonbeeld van Franse kunst en macht). Het is enorm: jaarlijks bezoeken ongeveer 15 miljoen mensen het paleis, de tuinen of het park. Het interieur van het paleis (waarvoor rondleidingen worden aanbevolen) schittert met galerijen met vergulde spiegels, marmeren vertrekken en koninklijke vertrekken. De beroemdste ruimte is de Spiegelzaal (voltooid in 1684), een 73 meter lange galerij met 17 gebogen spiegels tegenover ramen die de paleistuinen omlijsten. Hier werd in 1871 het Duitse Keizerrijk uitgeroepen en in 1919 het Verdrag van Versailles ondertekend.
Buiten zijn de tuinen van Versailles net zo ontzagwekkend als het paleis zelf. De formele tuinen, ontworpen door André Le Nôtre, beslaan zo'n 800 hectare aan terrassen, met spiegelende vijvers, fonteinen en bosjes. Het landschap is geometrisch perfect, met lange zichtlijnen en sierlijke parterres. Op veel zomerweekenden worden de fonteinen geanimeerd door de Grandes Eaux-voorstellingen op barokmuziek. In de uithoek van het park bevinden zich het Grand Trianon en het Petit Trianon, gebouwd als privé-retraites voor respectievelijk de koning en Marie Antoinette. Een bezoek aan Versailles neemt een hele dag in beslag, dus plan dienovereenkomstig. Hoewel Versailles niet in de stad ligt, is het zo nauw verbonden met de Franse geschiedenis dat het meestal deel uitmaakt van elke serieuze Parijs-reisroute. ("Wie Versailles heeft gezien, zal nooit meer genoegen nemen met minder," schreef Voltaire.)
Op het Île de la Cité, vlak bij de Notre-Dame, ligt een kleine kapel met een oogverblindende ervaring: Sainte-Chapelle. Koning Lodewijk IX (Saint Louis) gaf in de 13e eeuw opdracht tot het bewaren van de relikwie van de Doornenkroon. Gebouwd tussen 1241 en 1248, is het een prachtig voorbeeld van rayonnantgotiek. De kapel is beroemd om haar stralende glas-in-loodramen. De muren van de bovenkapel zijn bijna volledig gevuld met vijftien torenhoge ramen, elk ongeveer 15 meter hoog. In totaal heeft Sainte-Chapelle zo'n 600 vierkante meter aan 13e-eeuwse glas-in-loodramen, die bijbelse taferelen in levendige kleuren weergeven. Op een zonnige dag schittert het interieur in juweelkleuren dankzij deze meesterwerken van middeleeuws vakmanschap. Een bezoek aan Sainte-Chapelle is kort (15-30 minuten), maar het is een van Parijs' grootste 'wow'-momenten – een juwelendoos van licht in het hart van de oude stad.
In het Quartier Latin staat het statige Panthéon, oorspronkelijk bedoeld als een kerk gewijd aan Sint-Geneviève. Koning Lodewijk XV beloofde in 1744 de verouderde middeleeuwse kerk te vervangen door een magnifieke, en in 1755 werd architect Jacques-Germain Soufflot voor deze taak aangesteld. De neoclassicistische koepel van het gebouw (zichtbaar vanuit heel Parijs) werd pas voltooid in 1790, net toen de Franse Revolutie begon. De Revolutie veranderde het gebouw in een seculiere "Tempel voor de Natie". Tegenwoordig is het Panthéon een mausoleum ter ere van vooraanstaande Franse burgers.
Binnenin de crypte van het Pantheon bevinden zich de stoffelijke resten van vooraanstaande Franse schrijvers. Ze variëren van schrijvers uit de Verlichting tot moderne wetenschappers: Voltaire en Jean-Jacques Rousseau (filosofen), Victor Hugo (romanschrijver), Émile Zola (auteur) en Jean Moulin (verzetsheld) liggen hier begraven, onder anderen. De beroemde wetenschapper Marie Curie (natuurkundige/scheikundige) werd hier in 1995 ook begraven, wat haar een van de weinige vrouwen maakt die in het Pantheon worden geëerd. Inscripties op de muren luiden "Aux grands hommes la patrie reconnaissante" ("Aan zijn grote mannen is het vaderland dankbaar"). Het gebouw zelf, geïnspireerd door het Pantheon in Rome en Bramante's ontwerp voor de Sint-Pieter, valt op door zijn enorme koepel en grandeur. Een fascinerende bezienswaardigheid is de slinger van Foucault die nog steeds in het interieur hangt en de rotatie van de aarde illustreert. Wanneer u het Panthéon bezoekt, komt u in contact met de geest van de Verlichting en de helden van de Franse Republiek. Het is dan ook een van de belangrijkste monumenten van Parijs.
Parijs is officieel verdeeld in 20 arrondissementen (gemeentelijke districten), die vanuit het centrum naar buiten spiraalsgewijs verlopen. Elk arrondissement heeft zijn eigen karakter:
1e arrondissement (Louvre, Tuilerieën): Deze centrale wijk omvat het Louvre en de Tuilerieën. Het is het hart van het oude Parijs: Place Vendôme (luxehotels), Palais Royal en de smalle middeleeuwse straatjes van Les Halles (de oude markt). Het is de paleis- en museumwijk van de stad, met vele kunstgalerieën en chique boetieks.
4e arrondissement (de Marais en Île de la Cité): Dit gebied wordt in tweeën gesplitst door de Seine. Op de oostelijke punt ligt het Île de la Cité (Notre-Dame, Sainte-Chapelle) – het hart van het middeleeuwse Parijs. Aan de overkant van de rivier ligt de wijk Marais, een labyrint van geplaveide straatjes met historische herenhuizen (privé herenhuizen), kunstgalerieën en trendy winkels. Le Marais is tevens het centrum van de Joodse gemeenschap in Parijs (met beroemde falafelzaken) en een broedplaats voor hedendaagse mode en LGBT-cultuur.
5e arrondissement (Quartier Latin): Bekend om het studentenleven en de wetenschap, heeft de 5e wijk de Sorbonne, het Panthéon en de oude Romeinse baden in de Arènes de Lutèce. De straten (Rue Mouffetard, Rue de la Huchette) wemelen van cafés en goedkope restaurants die zich richten op studenten. De botanische tuinen van de Jardin des Plantes bevinden zich hier ook. Het is een levendige, bohemienachtige wijk met talloze boekwinkels en openluchtmarkten.
6e arrondissement (Saint-Germain-des-Prés)Dit is een van de beroemdste literaire en intellectuele wijken van Parijs. Historische cafés zoals Les Deux Magots en Café de Flore (de intellectuele salons van Saint-Germain) bevinden zich hier, samen met kunstgalerieën aan de Rue de Seine. De Église Saint-Germain (een van de oudste van Parijs) en de Jardin du Luxembourg (aangelegd door Marie de' Medici) liggen hier. Tegenwoordig is het chic maar toch nog steeds casual, met boetieks, patisserieën en jazzclubs.
7e arrondissement (Eiffeltoren, Musea): Het 7e arrondissement, een chique wijk, herbergt de Eiffeltoren en het Musée d'Orsay (in een voormalig treinstation). Het bevat een groot deel van de ambassadewijk "Left Bank". De brede, met bomen omzoomde Avenue de Breteuil en Avenue Rapp bieden een prachtig uitzicht op de toren. De Nationale Assemblee (het Franse parlement) bevindt zich hier, evenals het Musée Rodin met zijn beeldentuin. Het 7e arrondissement voelt elegant en elegant aan, met rustige cafés en tuinen.
8e arrondissement (Champs-Élysées): Dit is het grote zakendistrict. Het onderste 8e arrondissement omvat de Place de la Concorde en de Champs-Élysées (die naar de Arc de Triomphe leidt), evenals de Faubourg Saint-Honoré (luxe modehuizen). Het bovenste 8e arrondissement omvat de Gouden Driehoek van Avenue Montaigne en Avenue George V (meer designerwinkels) en het presidentiële Élysée. Hier bevindt zich ook het grote treinstation Gare Saint-Lazare, vlakbij de Opera. Het 8e arrondissement is stijlvol en toeristisch, met warenhuizen zoals Printemps en het Grand Palais.
18e arrondissement (Montmartre en verder): Beroemd om Montmartre, bereikt de 18e wijk de hoogste toppen van de stad. De populairste wijk is de heuvel van Montmartre (Sacre-Coeur, Place du Tertre) en het legendarische cabaret Moulin Rouge aan de Boulevard de Clichy. Maar de 18e wijk omvat ook ruige arbeiderswijken in het noorden (vlooienmarkt van Clignancourt, multiculturele markt van Barbès). Tegenwoordig is het een mix van artistieke charme en immigrantenwijken. De top (Montmartre) behoudt een dorpse sfeer met panoramische uitzichten; de lagere delen van de 18e wijk zijn meer bohemien en betaalbaar en trekken jonge kunstenaars en muzikanten aan.
De musea van Parijs reiken veel verder dan het Louvre. Elk groot kunst- of geschiedkundig genre heeft hier zijn tempel: het Musée d'Orsay (een omgebouwd Beaux-Arts treinstation aan de Seine) is gewijd aan 19e-eeuwse kunst – het bezit de grootste collectie impressionistische en postimpressionistische schilderkunst ter wereld (Monet, Renoir, Degas, Van Gogh, enz.). Het Musée de l'Orangerie (in de Tuilerieën) is beroemd om de serie Waterlelies van Claude Monet (acht doeken in ovale zalen) en werken van Cézanne en Picasso. Het Musée Rodin toont het werk van de beeldhouwer Auguste Rodin (waaronder De Denker), gevestigd in een prachtig herenhuis met tuin. Het Musée Picasso en het Musée Marmottan (laatstgenoemde in het 16e arrondissement) bezitten belangrijke collecties van specifieke kunstenaars.
Voor moderne en hedendaagse kunst herbergt Centre Pompidou (in de wijk Beaubourg, met zijn kleurrijke buitenpijpen) het Musée National d'Art Moderne, met werken van Matisse, Picasso, Kandinsky, Duchamp en vele meesters uit de 20e en 21e eeuw. De nabijgelegen Bourse de Commerce (voorheen een effectenbeurs) is omgebouwd tot een ruimte voor hedendaagse kunst (met onder andere de Pinault-collectie). Welke kunstperiode u ook interesseert, Parijs heeft er waarschijnlijk een museum bij uitstek voor. Zoals een gids opmerkt: "Het Musée d'Orsay, het Musée Marmottan en het Musée Orangerie staan bekend om hun impressionistische collecties, terwijl het Centre Pompidou, het Musée Rodin en het Musée Picasso liefhebbers van moderne kunst bedienen."
Er zijn tal van andere gespecialiseerde musea: de arcades van het Louvre hebben vaak tentoonstellingen; het Musée de l'Armée (bij Les Invalides) heeft Napoleontische geschiedenis; het Musée du Quai Branly (vlakbij de Eiffeltoren) toont niet-westerse kunst. Vergeet nichepareltjes zoals het Musée Guimet (Aziatische kunst) of het Musée Cluny (middeleeuwse kunst en de beroemde wandtapijten van de Dame en de Eenhoorn) niet. Kortom, het museumaanbod in Parijs is ongeëvenaard – plan ze naast je reisschema op basis van je interesses. Een paar voorbeelden met een hoge zichtbaarheid:
Musée d'Orsay (7e arrondissement, aan de Seine): Impressionistische meesterwerken in een voormalig treinstation.
Centre Pompidou (4e arrondissement, Beaubourg): Moderne kunst op grote schaal (Frans nationaal museum voor moderne kunst).
Rodin Museum (7e arrondissement, nabij Invalides): 18e-eeuws herenhuis met tuinen gewijd aan het brons en marmer van Rodin.
Orangeriemuseum (1e arrondissement, Tuileries): Monet's Waterlelies waterlelies, plus kunst uit de jaren 1920-30.
Er kunnen nog veel meer noemenswaardige musea worden genoemd (Picasso, Joods Museum, Historisch Museum Carnavalet, etc.), maar bovenstaande musea dekken de belangrijkste categorieën binnen kunst en cultuur.
Parijs is al lange tijd een hoofdstad van de podiumkunsten. Het 19e-eeuwse Palais Garnier (Opéra Garnier) is een weelderig barok gebouw (voltooid in 1875) waar het Ballet de l'Opéra de Paris zijn thuisbasis had; de grote trap en het met Chagall beschilderde plafond zijn op zichzelf al bezienswaardigheden. De moderne Opéra Bastille (1989) daarentegen is tegenwoordig het hoofdgebouw voor opera- en balletproducties. Het huisballet van Parijs, het Ballet de l'Opéra de Paris, is een van de oudste en meest prestigieuze ter wereld. Elk jaar trekken Parijzenaars massaal naar deze locaties om balletten, opera's en symfonieën te zien (en ook naar het Théâtre des Champs-Élysées of de nieuwe Philharmonie de Paris).
De stad beschikt ook over historische theaters: de Comédie-Française (1680) is het nationale theater van Frankrijk (nog steeds gevestigd in 17e-eeuwse herenhuizen aan de Rue de Richelieu). Er zijn tientallen andere theaters (het Odéon, Châtelet, enz.) die toneelstukken en musicals in het Frans en Engels opvoeren. Cabarets zoals de Moulin Rouge (Montmartre) houden de beroemde Parijse revuetraditie in ere. Kortom, of u nu op zoek bent naar klassieke muziek, moderne dans of avant-garde drama, Parijs heeft een locatie. Bezoekers kunnen vaak lastminutetickets kopen voor een scherpe prijs als ze vroeg naar de kassa gaan (veel theaters bieden korting op kaartjes voor dezelfde dag).
Het literaire erfgoed van Parijs is legendarisch. De cafés en boekwinkels van de Linkeroever hebben eeuwenlang schrijvers gekoesterd. In de jaren twintig kwamen geëmigreerde auteurs zoals Ernest Hemingway, F. Scott Fitzgerald en Gertrude Stein samen in Montparnasse, waar ze het leven van de verloren generatie in Parijs vastlegden. Salons in cafés zoals Les Deux Magots of Café de Flore (Saint-Germain) waren na de Tweede Wereldoorlog de trekpleisters van de existentialisten Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir, maar ook van eerdere grootheden zoals Victor Hugo en Balzac. Het Quartier Latin, dat nog ouder is, roept nog steeds herinneringen op aan Rabelais en andere middeleeuwse geleerden.
Tegenwoordig is Parijs nog steeds een boekenminnende stad: de Engelstalige boekhandel Shakespeare and Company vlakbij de Notre-Dame is een instituut (het was een ontmoetingsplaats voor schrijvers zoals Hemingway en Orwell). Veel straten dragen de naam van schrijvers (Rue Voltaire, Victor Hugo op de Place des Vosges, enz.). Er worden het hele jaar door literaire festivals en poëzievoordrachten gehouden. Hoewel de moderne literaire scene divers is en niet zo internationaal dominant als een eeuw geleden, leeft de romantiek van Parijs als schrijversstad voort. Anne Frank schreef erover, James Joyce wijdde Parijs aan een boek, en filmische verhalen (nachtelijke wandelingen, toevallige café-ontmoetingen) blijven het Parijse literaire leven mythologiseren.
Parijs kan een bijzondere plaats in de filmgeschiedenis innemen. De allereerste openbare filmvertoning in de geschiedenis vond hier plaats op 28 december 1895. In het Grand Café aan de Boulevard des Capucines vertoonden de gebroeders Lumière hun korte films aan een publiek – waarmee ze de cinema zoals we die nu kennen, in feite lanceerden. Sindsdien is Parijs een filmhoofdstad gebleven. De Franse Cinématheque (in het historische Palais de Chaillot) bewaart de schatten van de film en blijft retrospectieven van legendarische filmmakers organiseren. De vele arthouse-theaters in Parijs (bijvoorbeeld Le Champo of Cinéma du Panthéon) vertonen onafhankelijke films en klassiekers.
Elk jaar dienen de straten van Parijs als decor voor filmopnames (van kostuumdrama's tot actiethrillers). En de stad viert film met festivals (hoewel Cannes buiten Parijs ligt, draait een groot deel van de filmindustrie om de hoofdstad). Moderne filmmakers zoals François Truffaut en Jean-Luc Godard laten belangrijke werken in Parijs op scène zetten. In 2024 kondigde het stadhuis zelfs een jaar lang aandacht aan cinema en cultuurVoor de filmliefhebber kan een avondje uit bestaan uit een vertoning in een oude Parijse bioscoop, een wandeling langs iconische filmlocaties in het Quartier Latin, of gewoon genieten van de al lang bestaande liefde van de stad voor het filmmedium. De filmische bezienswaardigheden van Parijs (het Café des 2 Moulins van Amélie, de locatie van Voor zonsondergang discussies bij de Pont des Arts, enz.) behoren tot de moderne folklore.
De straten van Parijs zijn bezaaid met verleidelijke geuren en smaken. De wereldwijde faam van de stad is in veel opzichten gebaseerd op gastronomie. Een beroemd marketingartikel voor de regio Parijs noemt de stad expliciet "synoniem met cultuur, gastronomie, geschiedenis en art de vivre". Om Parijs echt te begrijpen, moet je het proeven.
Elke ochtend in Parijs vult de geur van vers brood de lucht. De boulangerie is een heiligdom van het dagelijks leven. Parijzenaars zijn dol op hun knapperige baguettes (het lange Franse brood, knapperig vanbuiten en licht vanbinnen) – wetten bepalen zelfs wat "baguettetraditie" moet zijn. Viennoiseries (ontbijtgebak gemaakt van gistdeeg) zijn eveneens vereerd: de meeste Parijzenaars beginnen de dag met een botercroissant of een pain au chocolat (croissant met chocoladevulling). Dit is niet zomaar eten, maar ambachtelijk, en veel bakkerijen zijn zo goed dat er al vroeg in de rij staat voor hun ochtendbroden. Bezoek een patisserie in de buurt en je ziet elegante taarten, éclairs, financiers en macarons uitgestald als juwelen. Parijse macarons (beroemd door Ladurée en Pierre Hermé) zijn bijzonder kunstig: knapperige meringueschelpen met ganache of jam, vaak op smaak gebracht met alles van framboos tot gezouten karamel.
Maar Parijs is meer dan alleen zoetigheid. Traditionele Franse gerechten zijn een must. Zoek naar brasseriemenu's met klassiekers: steak frites (biefstuk met friet), coq au vin (kip gestoofd in rode wijn), cassoulet (rijke bonen- en worststoofpot), boeuf bourguignon (rundvlees gestoofd in Bourgondische wijn) en stevige uiensoep gegratineerd met smeltende kaas. Meer informele specialiteiten zoals de croque-monsieur (ham-kaas sandwich geroosterd met bechamelsaus) zorgen voor een snelle lunch. Als u avontuurlijk bent ingesteld, probeer dan escargots (slakken met knoflookboter) of steak tartaar (gekruid rauw rundvlees). Zuivelliefhebbers zullen smullen van kaasplanken met Camembert, Roquefort of Brie – vaak genoten met een glas lokale wijn in een café. De beroemde crêpes en galettes (hartige boekweitcrêpes) van Bretonse oorsprong zijn te vinden bij straatstalletjes of in relaxte crêperies.
De Parijse cafécultuur draait om meer dan alleen koffie – het is een manier van leven. Ga aan een tafeltje op de stoep zitten en kijk naar de wereld die aan je voorbijgaat. Geniet van een sterke espresso of een café allongé, met een bladerdeeggebakje erbij, terwijl je de krant leest. In de late namiddag pauzeren Parijzenaars voor een "goûter" (snack), vaak een chocolade-éclair of een stuk fruittaart. Na het diner bestelt een café vaak een digestief of cognac. Iconische cafés zoals Café de Flore of Les Deux Magots in Saint-Germain-des-Prés zijn historische ontmoetingsplekken (ooit bezocht door schrijvers als Sartre en Camus). Tegenwoordig zijn het elegante plekken om mensen te kijken.
Voor formelere diners biedt Parijs een scala aan mogelijkheden, van knusse bistro's tot culinaire tempels met Michelinsterren. Een bistro is meestal een klein buurtrestaurant dat traditionele gerechten serveert in een ontspannen setting. Een brasserie is groter en levendiger, de hele dag geopend – vaak met een zinken bar, spiegelwanden en een bierkaart (denk aan Brasserie Lipp, een van de klassiekers). De afgelopen decennia heeft Parijs ook de haute cuisine op de kaart gezet. De stad telt tientallen restaurants met Michelinsterren, gerund door topchefs, vaak in chique hotels of historische wijken. Uit eten gaan in een driesterrenrestaurant is een onvergetelijke (maar dure) uitspatting.
De Parijse eetcultuur omvat ook haar markten en speciaalzaken. Slenter over een buurtmarkt (zoals de Marché Maubert in het Quartier Latin of de Marché d'Aligre in het 12e arrondissement) om verse producten, kazen, vleeswaren en vis te bewonderen. Rue Cler en Rue Montorgueil zijn straten vol kruidenierswinkels waar je verse stokbroden, boter en misschien wat paté of kaas kunt kopen voor een picknick. Op de grote markt van de Rue du Bac of de overdekte Marché des Enfants Rouges (3e arrondissement) vind je tientallen verkopers die alles verkopen, van Marokkaanse tajines tot Japanse bentoboxen – een bewijs van de internationale smaak van Parijs. Om lokale lekkernijen te proeven, kun je een wijnkelder of zelfs een warenhuis bezoeken: topmerken zoals Fauchon of Hédiard verkopen er gourmetchocolade, foie gras en macarons om mee naar huis te nemen.
Kortom, eten in Parijs is een plezier van voortdurende ontdekking. Je kunt dagenlang alleen doorbrengen met het proeven van elk gebakje en elke charcuterie en toch steeds weer iets nieuws ontdekken. De Parijse tafel – van crêpes aan de straatkant tot formele gastronomische diners – is een essentieel onderdeel van de beleving van de stad. Immers, zoals het gezegde luidt: "Als een man Parijs beu is, is hij het leven beu", en zeker niet het goede eten.
Een typisch Parijs tijdverdrijf is rondslenteren – slenter rustig door de stad en geniet van de sfeer. Parijs beloont doelloos slenteren. Je kunt beginnen bij een bezienswaardigheid, maar al snel zijstraatjes inslaan om de lokale charme te ontdekken. Wandel bijvoorbeeld van de statige Opéra naar de kleine winkeltjes in de Rue des Martyrs, of van de elegante tuinen van het Palais-Royal naar de levendige overdekte passages in de buurt. Je hebt geen plattegrond nodig als je langs de kades van de Seine (de "quais") loopt; elke bocht biedt een nieuw perspectief op bruggen en monumenten. Loop langs antiquarische boekenstalletjes (tweedehandsboekverkopers) op de rivier of duik een patisserie in voor een snelle hap. Zelfs onder een grijze hemel vertellen de stenen gevels en met graffiti gevulde kunstenaarsstraatjes van Parijs verhalen. In tegenstelling tot de haastige reizen van museum naar museum, draait flânerie om het in je opnemen van de ziel van de stad: een met bomen omzoomde boulevard op een lenteochtend, kinderen die spelen in een fontein in het park, oudere stellen die 's avonds tango dansen aan de rivier.
Veel wijken zijn het beste te voet te verkennen. In Le Marais duik je een vintage boetiek of een verborgen Joodse bakkerij in voor een falafelbroodje, en als je dan weer naar buiten gaat, zie je een straatfestival aan de gang. In Saint-Germain kun je pauzeren in een café en chique Parijzenaars hun Franse bulldogs zien uitlaten. In Belleville (noordoosten) kun je het lokale leven bewonderen op de multiculturele markten en op de streetart-muurschilderingen. Zelfs de trappen van Montmartre naar de Sacré-Cœur zijn bedoeld om langzaam te beklimmen, waarbij je even stilstaat om te genieten van muzikanten of kunstenaars die voorbijgangers schetsen. Kortom, als je Parijs bezoekt, reserveer dan minstens één dag voor een ongeplande verkenning. Je weet maar nooit welke hoek een verrassing onthult – een perfect tuintje, een afgelegen kerkje of een panoramisch uitzicht vanaf een willekeurige heuvel.
Parijs is bezaaid met parken en tuinen die een welkome afwisseling bieden in de drukte van de stad. De Jardin du Luxembourg (6e arrondissement) behoort tot de meest geliefde: aangelegd in 1612 door Marie de' Medici, met fonteinen, standbeelden (waaronder een kopie van het Vrijheidsbeeld), boomgaarden en een vijver waar kinderen met speelgoedbootjes varen. Niet ver daarvandaan strekt de Jardin des Tuileries (1e arrondissement) zich uit tussen het Louvre en de Place de la Concorde – een formele promenade met brede grindpaden, klassieke beelden en seizoensgebonden bloemperken. Beide parken zijn perfect om een boek te lezen of Parijse families te zien picknicken.
Andere opvallende groene ruimtes zijn Parc Monceau (8e arrondissement), een elegant park met kleine monumenten (een Egyptische piramide en een oude ijzeren brug) verscholen tussen de gazons. Voor iets wilders biedt Parc des Buttes-Chaumont (19e arrondissement) steile heuvels, een hangbrug en een tempel bovenop een klif, wat het een meer landelijke sfeer geeft. Het Bois de Boulogne (16e arrondissement, aan de westelijke rand) en het Bois de Vincennes (12e arrondissement, aan de oostelijke kant) vormen de "longen" van Parijs: uitgestrekte bossen met meren, joggingpaden en zelfs een dierentuin (in Vincennes) en een paardenrenbaan (in Boulogne). In de zomer zijn de oevers van de Seine zelf populair – Parijzenaars picknicken op de grasterrassen van de linkeroever of de onlangs autovrije rechteroever. En in de herfst gloeien de platanen van de stad amberkleurig op, waardoor zelfs gewone straten schilderachtig worden.
Een bezoek aan een paar van deze parken geeft je inzicht in de levensstijl van de Parijzenaars. Je kunt er 's middags schaakspelen, openluchttheatervoorstellingen bijwonen en seizoensgebonden markten bezoeken (zoals de kerstmarkt in de Tuilerieën). Groenvoorzieningen zijn vaak gratis, en gewoon op een bankje zitten met een kopje koffie en Parijzenaars bekijken is net zo'n Parijse ervaring als een museumbezoek.
Parijs staat bekend als een winkelstad. Van haute couture tot antieke boeken, de stad heeft het allemaal. De beroemdste winkelervaringen vindt u op de Champs-Élysées en in de Grands Magasins (grote warenhuizen). Aan de Boulevard Haussmann in het 9e arrondissement vindt u de Galeries Lafayette en Printemps, historische warenhuizen met meerdere verdiepingen die alles verkopen, van luxe mode tot huishoudelijke artikelen – zelfs de daken zijn een bezoek waard vanwege het uitzicht over de stad. In het 1e en 2e arrondissement vindt u smalle straatjes zoals de Rue Saint-Honoré en de Avenue Montaigne, met flagship boetieks van Chanel, Dior, Louis Vuitton en andere Franse modehuizen.
Maar Parijs winkelen is niet alleen maar luxe. Wijken zoals Le Marais (3e-4e arrondissement) en Montmartre (18e arrondissement) hebben charmante boetieks met vintage kleding, ambachtelijk handwerk, vinylplaten en creaties van opkomende ontwerpers. De Marché aux Puces de Saint-Ouen (net buiten Parijs) is een van 's werelds grootste vlooienmarkten, waar u op schattenjacht kunt gaan naar antiek en curiosa. Boekenliefhebbers kunnen hun hart ophalen in de vele boekwinkels in het Quartier Latin (naast Shakespeare & Co. vindt u tientallen Franstalige winkels aan de Rue Mouffetard en de Rue de la Bucherie). Winkelen in de supermarkt is ook een kunstvorm: straten zoals de Rue Cler (7e arrondissement) en de Rue Montmartre (2e arrondissement) staan vol met speciaalzaken die fijne kaas, charcuterie, wijn en verse producten verkopen.
Voor een typisch Parijs souvenir kunt u denken aan een stijlvolle sjaal, een doos macarons of een flesje Franse parfum. Zelfs een simpel stokbroodje of gebakje van een beroemde bakkerij (het liefst meteen opeten natuurlijk) kan een herinnering zijn. Kortom, of u nu uw geld uitgeeft in een designersalon of rondstruint op een openluchtmarkt, de winkelscene van Parijs is net zo gevarieerd als de cultuur.
De Seine staat centraal in het Parijse leven. Er liggen talloze bezienswaardigheden langs de oevers (de Notre-Dame, het Louvre, de Eiffeltoren), maar de rivier zelf is een bestemming. Riviercruises (vanaf boten genaamd Bateaux Mouches of Vedettes du Pont-Neuf) bieden een ontspannen manier om de stad te bekijken: overdag langs bezienswaardigheden varen of 's avonds onder de bruggen door varen is erg populair. Een rondvaart van een uur over de Seine is een typische Parijse ervaring.
Zelfs zonder boot is het heerlijk om over de kades (paden langs de rivier) te wandelen. De oevers zijn grotendeels voetgangersvriendelijk gemaakt: u kunt langs de waterkant wandelen of joggen, van de Notre-Dame tot de Eiffeltoren op de linkeroever. In de zomer spreiden de lokale bewoners picknickkleedjes uit op de trappen aan de rechteroever (Port de Solférino, vlakbij Musée d'Orsay) om te genieten van kaas, stokbrood en wijn met uitzicht op het water. Romantische loopbruggen zoals de Pont des Arts waren van oudsher verzamelplaatsen (liefdesslotjes zijn nu verboden, maar de brug blijft pittoresk).
Let op de bouquinistes – de groene houten boekenstalletjes langs de oevers. Sinds de 19e eeuw verkopen ze oude boeken en posters; snuffelen in hun selectie vintage prenten en tweedehands klassiekers is een charmante Parijse bezigheid. Op bepaalde zomeravonden komen de oevers van de Seine tot leven met picknicks in de open lucht en optredens (het door de overheid gesponsorde Paris Plages heeft zelfs tijdelijke stranden op de rechteroever). Kortom, de Seine is de schilderachtige ruggengraat van Parijs. Ontspannen aan de rivier, of het nu tijdens een rondvaart, op een bankje of op een deken is, brengt je op een unieke manier in contact met de romantiek en het ritme van de stad.
In Parijs is bonjour een goede taal. Frans is de officiële taal en de meeste Parijzenaars voeren hun zaken en dagelijkse leven in het Frans. (Je ziet straatnaamborden, menu's en aankondigingen in het Frans.) Dat gezegd hebbende, Engels wordt over het algemeen goed begrepen in hotels, grote restaurants en toeristische trekpleisters. Het leren van een paar beleefde zinnen zal je ervaring verrijken en wordt gewaardeerd door de lokale bevolking. Belangrijke woorden en zinnen zijn onder andere "Bonjour" (Hallo, gebruikt vóór 12 uur 's middags), "Bonsoir" (Goedenavond, gebruikt na zonsondergang), "Merci" (Dank u wel), "S'il vous plaît" (alstublieft) en "Excusez-moi" (excuseer me / sorry). Als je geen Frans spreekt, zullen veel Parijzenaars (vooral jongere mensen of bedienend personeel) overschakelen naar het Engels zodra ze merken dat je geen Frans spreekt. Het wordt echter als hoffelijk beschouwd om een gesprek in het Frans te beginnen en winkeliers of obers met bonjour te begroeten. Kortom, de Parijse communicatie is direct maar beleefd; een hartelijk "Hallo" in het Frans aan een café of toonbank in een winkel zal vaak een vriendelijke reactie opleveren.
Parijs staat bekend als de stad van de liefde en heeft die reputatie welverdiend. Begin voor een romantisch uitje met klassieke ervaringen: een rondvaart over de Seine bij zonsondergang, proostend op champagne aan boord onder de lichtjes van de brug. Picknick op het grasveld van de Champ de Mars met de fonkelende Eiffeltoren in het zicht. Wandel hand in hand door de kronkelende straatjes van Montmartre (het uitzicht vanaf de Sacré-Cœur bij zonsondergang is bijzonder intiem). Ga voor een drankje naar een café voor twee bij Les Deux Magots, of reserveer een diner bij kaarslicht in een gezellige bistro (een tafeltje in het Jules Verne-restaurant in de Eiffeltoren zorgt voor een onvergetelijke avond, zij het tegen een hoge prijs). Wandel je diner weg langs de maanverlichte oevers van de rivier. Overweeg voor adembenemende panorama's een avondrit naar de top van de Arc de Triomphe en zie de stadslichten zich beneden verspreiden. Zelfs simpele gebaren – de zwanen voeren in de Tuilerieën, een crêpe delen op een bankje in het park, warme chocolademelk drinken bij Angelina's – kunnen magisch aanvoelen in Parijs. Kortom, houd het rustig en beschouw elk uitzicht als een anekdote in jullie liefdesverhaal.
Parijs is verrassend kindvriendelijk als je goed plant. Veel musea bieden 'familieroutes' en interactieve tentoonstellingen voor kinderen (het Louvre en Centre Pompidou hebben programma's voor kinderen). De Cité des Sciences et de l'Industrie in Parc de la Villette (19e arrondissement) is een must voor kinderen: het is een enorm wetenschapsmuseum met interactieve tentoonstellingen en een planetarium. De Jardin d'Acclimatation (16e arrondissement, aan de rand van het Bois de Boulogne) is een combinatie van pretpark en dierentuin, met speeltuinen, poppenkastvoorstellingen en rustige attracties voor de kleintjes. Oudere kinderen zijn vaak dol op de Catacomben (ondergrondse ossuaria) en de torens van de Notre-Dame (uitzicht vanaf de top), maar houd rekening met wachtrijen. Een boottocht over de Seine kan ook spannend zijn voor kinderen, omdat ze de stad dan vanaf het water kunnen bekijken.
Veel bistro's verwelkomen kinderen graag tijdens het eten en bieden crêpes of steak-frites op de kaart aan. Voor kinderwagens kan de metro traag zijn (veel stations hebben geen liften), dus wees voorbereid om ze te dragen of gebruik te maken van bussen, die geschikt zijn voor kinderwagens. Een andere optie is een rondrit door de stad in een oldtimer (ja, Parijs heeft die rondleidingen in VW Kevertjes of eendjes, die kinderen vaak leuk vinden). Sluit een familiedag af met een ijsje bij Berthillon op Île Saint-Louis of taart en warme chocolademelk bij een patisserie. Met een mix van geschiedenis en plezier kan Parijs alle leeftijden betoveren.
Soloreizigers voelen zich over het algemeen erg op hun gemak in Parijs. De stad is over het algemeen veilig – gewelddadige criminaliteit is er zeldzaam – dus solowandelaars, zelfs 's nachts, komen veel voor. Neem echter de gebruikelijke stedelijke voorzorgsmaatregelen: houd uw bezittingen in de gaten in drukke metro's en wees 's avonds laat voorzichtig in minder toeristische metrostations. Blijf na zonsondergang in goed verlichte, drukke straten (de belangrijkste toeristische wijken zijn prima; net als in veel grote steden kunt u de noordelijke buitenwijken van het 18e en 19e arrondissement na zonsondergang beter vermijden). Er wordt voldoende Engels gesproken en er zijn veel hostels en guesthouses als u liever in een slaapzaal verblijft om andere reizigers te ontmoeten.
Solo-reisplannen kunnen zeer flexibel zijn. Breng een ochtend door in het Louvre, een middag mensen kijken in een café en een avond in een klein restaurant of jazzclub (er zijn veel betaalbare bistro's voor slechts één persoon). Parijzenaars eten laat, dus solo-bezoekers kunnen gemakkelijk een plekje aan de bar vinden. Als veiligheid of eenzaamheid ooit een probleem lijkt, overweeg dan om deel te nemen aan een groepswandeling (gratis of betaald) door een willekeurige wijk – deze worden dagelijks in meerdere talen aangeboden. Bovendien maakt de uitstekende luchtverbinding van de stad het gemakkelijk om dagtrips te maken (naar Versailles, Giverny of zelfs Londen/Brussel met de hogesnelheidstrein) als je alleen reist. Over het algemeen verwelkomt Parijs de onafhankelijke reiziger: je kunt in je eigen tempo gaan, rondhangen in je favoriete cafés en spontane ontdekkingen doen in elke voetgangersstraat.
Parijs lijkt misschien duur, maar het biedt talloze hoogwaardige ervaringen die helemaal gratis zijn. Een wandeling door de grote parken (Tuilerieën, Luxembourg, Parc Monceau) kost niets en legt de essentie van Parijse ontspanning vast. Het belangrijkste interieur van de Notre-Dame (niet de torens) is van oudsher gratis toegankelijk en men kan het gotische schip en de glas-in-loodramen bewonderen zonder te betalen. Veel kerken (La Madeleine, Saint-Sulpice, enz.) verwelkomen overdag gratis bezoekers. De begraafplaats Père Lachaise is gratis toegankelijk; hier kunt u de graven van Jim Morrison, Oscar Wilde en Édith Piaf gratis bezoeken.
Musea bieden op bepaalde dagen gratis toegang: op de eerste zondag van elke maand (november tot en met maart) zijn veel nationale musea gratis toegankelijk, en bij bepaalde monumenten (Sainte-Chapelle) is de toegang gratis voor personen jonger dan 26 jaar uit EU-landen. Het mairie (stadhuis) van de stad organiseert vaak gratis culturele evenementen (tentoonstellingen of openluchtconcerten), vooral in de zomer. Gewoon slenteren over de Pont Neuf of langs de geplaveide straatjes van Montmartre, of snuffelen tussen de eetkraampjes op openluchtmarkten, kost niets, maar levert wel herinneringen op. Zelfs een kopje koffie drinken in een café en op de stoep zitten (met een fooi van 5-10%) is een klassieke Parijse ervaring voor een bescheiden prijs. Kortom, genieten van de openbare ruimtes, de panorama's met gratis uitzicht en de gemeenschappelijke sfeer van Parijs is de beste budgetstrategie.
Hoewel Parijs op zichzelf al een heel leven kan vullen, zijn er ook diverse bestemmingen in de buurt die een leuk dagtochtje waard zijn:
Versailles (zie hierboven): een topkeuze, bereikbaar in 30-40 minuten met de RER C-trein. Geschikt voor een dagtocht door het paleis en de tuinen.
Giverny: 80 km (1–1,5 uur met de trein naar Vernon). Het huis en de tuinen van Claude Monet zijn bewaard gebleven zoals hij ze achterliet, met de beroemde lelievijvers. Een bedevaartsoord voor kunstliefhebbers (open in de lente en herfst).
Fontainebleau: 55 km naar het zuiden. Nog een koninklijk paleis (minder groots dan Versailles, maar gelegen in een enorm bos). Leuk stadscentrum en wandelmogelijkheden in de omliggende bossen.
Reims: 130 km ten noordoosten (45 min met de TGV). De hoofdstad van de Champagne. Bezoek de gotische kathedraal (waar de Franse koningen werden gekroond) en maak een rondleiding door een wijngaard en champagnekelders.
Kastelen in de Loirevallei: Meer dan 200 km verderop, het beste te doen met een rondleiding of overnachting. De romantische Loirekastelen (Chambord, Chenonceau, Amboise) tonen renaissance- en middeleeuwse grandeur te midden van een prachtig landschap.
Mont Saint-Michel: 360 km westwaarts (best te doen met overnachting). De beroemde abdij van Normandië op het getijdeneiland. Het is ver, maar te doen met een weekendtrip vanuit Parijs.
Dagtochten:Veel bedrijven bieden georganiseerde uitstapjes aan naar de Champagnestreek, de D-Day-stranden in Normandië of de wijngaarden van Bourgondië. Vervoer en gidsen zijn hierbij inbegrepen, wat handig kan zijn als u liever niet zelf met de trein reist.
Elk van deze reizen onthult een andere kant van de Franse cultuur – van de tuinen van koning Lodewijk (Versailles) tot impressionistische inspiratie (Giverny) en gotische majesteit (Reims). Zelfs als je alleen Parijs bezoekt, is het de moeite waard om op te merken hoeveel bijzondere plekken er net buiten de stadsgrenzen liggen.
Parijs is een stad met veel verbindingen. Veel cafés, restaurants en openbare ruimtes bieden gratis wifi (zoek naar netwerken met de naam “Parijs_Wi-Fi” of vraag uw hotel om een gastlogin). De bibliotheken en culturele centra van de stad bieden ook internettoegang. Als u van plan bent om onderweg te internetten, overweeg dan een lokale simkaart te kopen (simkaarten van Orange, SFR of Bouygues zijn verkrijgbaar bij telefoonwinkels of sommige kiosken). U kunt ook voor aankomst een eSIM-kaart regelen. Voor langere verblijven gebruiken sommige bezoekers Franse mobiele abonnementen, die relatief betaalbaar zijn. Als lid van de Europese Unie neemt Frankrijk deel aan de "roam like at home"-regel van de EU, dus als u een simkaart uit een ander EU-land hebt, kunt u vaak uw bestaande abonnement gebruiken.
De meeste delen van het centrum van Parijs hebben een goede dekking met mobiele telefonie en 4G is de norm (5G breidt zich uit). Google Maps, reisapps en vertaalapps werken hier betrouwbaar. Sommige reizigers kopen ook een Paris Visite-kaart of betalen contactloos (navigo) in de metro – veel kaartautomaten accepteren contactloze creditcards of Apple/Google Pay. Kortom, online en verbonden blijven is eenvoudig in Parijs; de stad is goed uitgerust voor zowel toeristen als zakenreizigers.
Parijs is over het algemeen veilig voor de meeste bezoekers, ook 's nachts, maar het loont de moeite om je gezonde verstand te gebruiken. Het centrum van Parijs (arrondissementen 1-7 en rond het 8e en 9e arrondissement) wordt streng bewaakt en is goed verlicht. Duizenden mensen lopen 's nachts over de Champs-Élysées of het Quartier Latin. Zoals in elke grote stad, vermijd het tonen van waardevolle spullen of het onbeheerd achterlaten van tassen. Zakkenrollen is het meest voorkomende probleem – vooral in drukke metro's, bij toeristische trekpleisters en op de Seinebruggen. Houd uw portemonnee in uw voorzak en wees alert op drukke perrons. Bepaalde gebieden verdienen extra voorzichtigheid na zonsondergang: delen van het noordelijke 18e en 19e arrondissement of de zuidelijke buitenwijken (20e arrondissement) kunnen 's avonds laat gevaarlijk zijn. Als u na middernacht toch naar buiten moet, blijf dan op de hoofdstraten en drukke plekken.
Miljoenen bezoekers lopen jaarlijks veilig door Parijs. Gewelddadige criminaliteit is uiterst zeldzaam in toeristische zones. Als je je op drukke straten houdt, vooral tussen middernacht en zonsopgang, is alleen wandelen meestal prima. Let altijd op je drankje in bars (hoewel de belangrijkste bars veilig zijn, laat nooit een drankje onbeheerd achter). Kortom, de risico's voor reizigers in Parijs zijn laag – straatwijsheid en standaard voorzorgsmaatregelen volstaan.
Parijzenaars lijken zelf vaak onwrikbaar over veiligheid; je kent misschien wel de grap: "Meer mensen zijn bang voor duiven dan voor zakkenrollers in Parijs." Maar neem het serieus genoeg om je bezittingen te beschermen. Mocht je toch hulp nodig hebben, noteer dan de alarmnummers: 15 voor medische noodgevallen, 17 voor de politie, 18 voor de brandweer of 112 (het universele alarmnummer van de EU). Je kunt ook 311 bellen voor het Parijse toeristeninformatienummer, dat bezoekers in meerdere talen helpt (het is gratis als je binnen Parijs belt). Zoals altijd geldt: als iets onveilig aanvoelt, ga dan naar een andere locatie of zoek hulp.
Fooi geven in Parijs is niet zoals in Amerika. Volgens de wet is de service in restaurants en cafés inbegrepen in de menuprijs (meestal 15%-20%), dus het is niet nodig om dat bedrag erbovenop te geven. Veel Parijzenaars laten gewoon kleingeld achter of ronden het bedrag naar boven af. In cafés is het gebruikelijk om af te ronden naar de volgende euro of een euro of twee achter te laten voor een goede service (bijvoorbeeld bij een koffie van € 10 is het gebruikelijk om € 11 achter te laten). In restaurants is een extra 5-10% of een rond bedrag (bijvoorbeeld € 5 achter te laten op een biljet van € 50) een genereus gebaar als de service erg goed was, maar het wordt niet als verplicht verwacht.
Voor overige diensten:
Taxi's: rond af naar de volgende euro of geef een euro of twee extra fooi op de meter. (Taxi's zijn duurder geworden, dus een kleine fooi is prima, maar niet vast; bijvoorbeeld een rit van € 17, betaal € 19.)
Hotels: De huishouding kan € 1-2 per dag kosten; kruiers € 1 per tas. Maar ook dit is optioneel.
Rondleidingen: als u vond dat de gids uitstekend was, dan stellen we een fooi van 2-5 euro per persoon op prijs (maar het is niet verplicht).
Over het algemeen is kleingeld de norm. Als je moeite hebt met het wisselen van een groot biljet, zeg dan gewoon: "Houd het wisselgeld" (houd het wisselgeld) en klaar. Het idee is dat Parijzenaars denken dat ze al een fatsoenlijk loon betalen, dus fooi geven is een bonus, geen onderdeel van de kosten. Laat echter altijd iets achter in plaats van helemaal niets, vooral bij kleine transacties. Het geeft blijk van waardering.
Parijzenaars hechten veel waarde aan stijl, hoewel ze niet zo formeel gekleed zijn als in voorgaande decennia. Toch zul je merken dat Parijzenaars zich over het algemeen netjes en conservatief kleden. Het stadsleven vereist praktisch schoeisel (op kinderkopjes en tijdens het wandelen), maar buiten het sporten kun je beter geen sportschoenen dragen. Een gebruikelijke Parijse outfit is een donkere spijkerbroek of pantalon, een sjaal, een goed gesneden jas of blazer en nette schoenen. Draag geen sportkleding, slippers of baseballpetten in het centrum – het staat misplaatst in een chique stedelijke omgeving.
Als u in een chiquer restaurant dineert, zijn een jasje en een elegantere outfit 's avonds gepast. In toprestaurants (en zeker in restaurants met Michelin-sterren) wordt vaak formele kleding verwacht (mannen in colberts, vrouwen in elegante casual jurken). Dat gezegd hebbende, is de dresscode in Parijs flexibel: u zult modieuze inwoners het hele jaar door in zwart en neutrale kleuren zien, maar ook jongeren in jeans en sneakers. De sleutel is netheid en een vleugje Parijse chic – denk aan een leren jasje of wollen sjaal in plaats van logo's of opvallende sportkleding. Houd er rekening mee dat veel musea en kerken nog steeds rekening houden met schouders en knieën als graadmeters voor fatsoen; neem een sjaal of een lange broek mee als u van plan bent naar binnen te gaan.
In de zomer dragen Parijzenaars lichtere stoffen, maar zelden strandkleding. Een zomerjurk of katoenen shirt is prima, maar probeer Parijs niet als een resort te beschouwen – bedekking in de metro (zoals badpakken achterlaten voor het zwembad) of overdreven nonchalance kan nieuwsgierige blikken trekken. In de winter zijn laagjes essentieel (het kan vochtig en winderig zijn), en Parijzenaars kiezen dan voor lange jassen of trenchcoats, vaak gecombineerd met stijlvolle laarzen of leren schoenen. Kortom, kleed je comfortabel voor het weer en de wandelroutes, maar houd het netjes. Een Parijse spreuk luidt: "Kijk om je heen voordat je naar buiten gaat" – als je opgaat in de ingetogen elegantie van de straten, voel je je meer thuis.
Houd bij dringende gevallen de volgende nummers en adressen in gedachten: het Europese alarmnummer 112 verbindt u met de politie, ambulance of brandweer. U kunt ook 15 bellen voor de SAMU (medische noodgevallen), 17 voor de politie en 18 voor de brandweer (pompiers). Deze diensten hebben telefonisten die Engels spreken. Als u uw paspoort kwijtraakt of hulp nodig hebt van uw land, noteer dan het adres van uw ambassade of consulaat. De Amerikaanse ambassade in Parijs is bijvoorbeeld gevestigd aan Avenue Gabriel 2 (8e arrondissement), bel +33-1-43-12-22-22. Voor reizigers uit het Verenigd Koninkrijk is de Britse ambassade gevestigd aan Rue du Faubourg Saint-Honoré 35 (8e arrondissement). (Controleer altijd vooraf de locatie van uw eigen land.)
Als u zich ziek voelt en het is geen noodgeval, heeft Frankrijk een hoogwaardig zorgstelsel: veel artsen spreken Engels en apotheken (overdag geopend) kunnen medicijnen voor kleine kwaaltjes voorschrijven. De Franse ziektekostenverzekering dekt bezoekers doorgaans niet, dus een reisverzekering wordt sterk aanbevolen in geval van medische noodgevallen. In ieder geval zijn openbare klinieken (ziekenhuizen) en er zijn overal in de stad medische centra te vinden (bijv. Hôpital Cochin in het 14e arrondissement of Hôpital Saint-Louis in het 10e arrondissement) als u onmiddellijke zorg nodig hebt.
In een niet-dringende situatie kunnen medewerkers van hotels, cafés of toeristenbureaus u helpen met de weg of basishulp. Parijs heeft ook een toeristenpolitie (let op: “Gemeenschapspolitie” (op armband) in drukke gebieden die vragen kunnen beantwoorden. Houd kopieën van uw identiteitsbewijs apart van uw portemonnee. Over het algemeen zijn een paar nummers en een ambassadeadres in uw telefoon of portemonnee voldoende. Noodgevallen in Parijs (zakkenrollers, ziektes, lichte verwondingen) zijn meestal gemakkelijk af te handelen met lokale hulp zodra u erom vraagt.
Waar staat Parijs het meest bekend om? Parijs staat vooral bekend om zijn cultuur en architectuurHet is al lange tijd een van 's werelds centra voor mode, kunst, literatuur en gastronomie. Iconische symbolen zijn onder andere de Eiffeltoren, de Notre-Dame en het Louvre (waar de Mona Lisa). Parijzenaars noemen de stad vaak als een stad met een reputatie voor art de vivre – van gastronomische keuken en chique stijl tot een cafécultuur die het begrip ‘goed leven’ heeft gedefinieerd. Een regionale toeristische publicatie merkt zelfs op dat Parijs “synonymous with culture, gastronomy, [and] history”Kortom, Parijs staat bekend om zijn geschiedenis, bezienswaardigheden, musea, romantiek en culinaire hoogstandjes van wereldklasse.
Is Parijs een goede plek om voor de eerste keer te bezoeken? Absoluut. Parijs wordt vaak beschouwd als een ideale Europese stad voor een eerste bezoek, omdat het beroemde bezienswaardigheden combineert met eenvoudige navigatie. Belangrijke bezienswaardigheden liggen dicht bij elkaar langs de Seine of zijn verbonden door een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk, waardoor je zelfs in een korte trip veel kunt zien. De Franse cultuur en taal zijn ook alomtegenwoordig, wat direct een gevoel van een andere wereld geeft zonder intimiderend te zijn. Natuurlijk kun je je als eerstejaarsstudent overweldigd voelen door de enorme hoeveelheid dingen die er te doen zijn. Daarom is het goed om van tevoren een reisroute te plannen en te prioriteren wat je het liefst wilt zien. Maar wees gerust: de toeristische infrastructuur is uitstekend, er wordt veel Engels gesproken in hotels en toeristische trekpleisters en veel gidsen en rondleidingen zijn gericht op buitenlanders. Kortom, Parijs is zeer gastvrij voor nieuwkomers en biedt een enorme culturele meerwaarde voor elke nieuwe bezoeker.
Wat is de meest bezochte plek in Parijs? Het Louvre is momenteel de meest bezochte attractie. In 2022 trok het ongeveer 7,7 miljoen bezoekers (en in 2023 meer dan 8,7 miljoen), waarmee het niet alleen het meest bezochte museum van Parijs is, maar ook van de wereld. Van alle monumenten ontvangt de Eiffeltoren jaarlijks zo'n 6 tot 7 miljoen bezoekers. (Historisch gezien registreerde de Notre-Dame nog hogere bezoekersaantallen – zo'n 12 tot 13 miljoen per jaar – maar deze is sinds 2019 gesloten voor restauratie.) Tegenwoordig kan men dus zeggen dat "het Louvre koning is" als het gaat om het aantal bezoekers. Naast het Louvre en de Eiffeltoren zijn andere drukbezochte bezienswaardigheden het Musée d'Orsay (met zijn impressionistische kunst) en het Centre Pompidou.
Wat zijn de 7 wonderen van Parijs? Er is geen officiële lijst, maar bezoekers noemen vaak zeven must-sees. Een veelvoorkomende keuze zou kunnen zijn: de Eiffeltoren, de Notre-Dame, het Louvre, de Arc de Triomphe, de Sacré-Cœur (op Montmartre), het Paleis van Versailles (net buiten Parijs) en de Seine zelf (inclusief de bruggen en oevers). Ook de Champs-Élysées of de begraafplaats Père Lachaise zouden in zo'n lijst genoemd kunnen worden. In de praktijk betekent "wonderen" de zeven iconische plekken die je niet mag missen: de Eiffeltoren en het Louvre staan bijna altijd op die lijst, net als de Notre-Dame (van binnen of van buiten) en de Sacré-Cœur, plus een schilderachtige boulevard zoals de Champs-Elysées en een historisch paleis zoals Versailles.
Is het veilig om 's avonds in Parijs rond te lopen? Voor de meeste gebieden geldt: ja – Parijs is veiliger dan velen zouden verwachten. Toeristische wijken (de Marais, Quartier Latin, Saint-Germain, enz.) en drukke straten zijn over het algemeen veilig, zelfs tot laat in de avond. Tienduizenden Parijzenaars slenteren 's nachts zonder incidenten door de stad. Blijf echter altijd alert, zoals u in elke grote stad zou doen. Kleine diefstal (zakkenrollen) is de grootste zorg, dus houd uw tassen dicht en uw waardevolle spullen uit het zicht. Vermijd slecht verlichte of verlaten zijstraten, vooral ten noorden van Gare du Nord of rond de spoorwegemplacementen. Als u zich ooit ongemakkelijk voelt, houd dan een taxi aan of ga naar een druk café. Hulpdiensten zijn betrouwbaar; bel 112 of 17 bij twijfel. Maar over het algemeen komt gewelddadige criminaliteit zelden voor in het centrum van Parijs, en is het over het algemeen veilig om 's nachts door drukke straten te lopen.
Wat is het beroemde eten van Parijs? Parijs staat bekend om zijn bakkerijen en patisserieën (baguettes, croissants, macarons en éclairs), evenals om zijn klassieke Franse keuken. Gerechten die vaak met Parijs worden geassocieerd, zijn onder andere: knapperige baguettes, croissants met boter en delicate patisserieën (zoals macarons en taartjes). Iconische gerechten om te proberen zijn steak frites (biefstuk met friet), uiensoep gratinée, steak tartaar, coq au vin (kip in wijn), confit de canard (gekonfijte eend) en crêpes. Parijs staat ook bekend om hoogwaardige kazen en wijnen (probeer de kaasplankjes in een bistro) en om trendy gerechten zoals de blini met gerookte zalm die vaak in brasseries te vinden zijn. Kortom, proef in Parijs de Franse klassiekers en geniet ook van de bakkerijtraktaties – zij zijn de sterren van de Parijse culinaire scene.
Spreken ze Engels in Parijs? Veel Parijzenaars spreken op zijn minst een beetje Engels, vooral jongeren en mensen die in de horeca of het toerisme werken. Hotelpersoneel, museumbegeleiders en restaurantbedienden in het centrum van Parijs hebben doorgaans een praktische kennis van het Engels. Straatverkopers en marktkooplui kennen misschien weinig Engels, dus een glimlach en een Frans woordje helpen. Buiten de toeristische centra (bijvoorbeeld in wijken verder van het centrum) wordt Engels minder vaak gesproken. In het dagelijks leven spreken Parijzenaars voornamelijk Frans en de openbare bewegwijzering is in het Frans. Bezoekers moeten ervan uitgaan dat Frans nodig is voor menu's, aankondigingen en basiscommunicatie. Dat gezegd hebbende, beleefd zijn en proberen Frans te begroeten, zorgt er meestal voor dat de lokale bevolking in het Engels reageert als dat mogelijk is. Kortom: ja, je kunt je in Parijs in de meeste toeristische contexten redden met Engels, maar het is respectvol en nuttig om een basiskennis van het Frans te hebben.
Hoe kan ik goedkoop naar Parijs reizen? Er zijn veel manieren om geld te besparen in Parijs. Vervoer: koop een meerdaagse Paris Visite- of Navigo-pas voor de metro/RER in plaats van per rit te betalen, en gebruik de openbare fietsen (Vélib') of loop gewoon wanneer mogelijk. Eten: eet zoals de Fransen – bezoek bakkers voor goedkope gebakjes en sandwiches voor de lunch, of koop kaas en charcuterie op een markt om je eigen picknick samen te stellen. Veel cafés hebben redelijk geprijsde formule (vaste prijs) lunchmenu's. Zoek ook naar prix fixe-menu's bij bescheiden bistro's. Voor een traktatie, koop één patisserie in plaats van meerdere dure desserts. Musea: profiteer van gratis toegang (bijvoorbeeld de eerste zondag van de maand in de winter) of gebruik de Paris Museum Pass als je van plan bent om meerdere bezienswaardigheden in korte tijd te bezoeken. Wandeltochten zijn vaak gratis (fooi gebaseerd) en zeer informatief. Kies tot slot voor accommodaties buiten het toeristische centrum (de Marais, de buitenwijken van het Quartier Latin of Saint-Ouen) voor lagere prijzen – deze gebieden zijn nog steeds charmant. Door gratis activiteiten (parken, kerken, etalages kijken) te combineren met slimme keuzes voor maaltijden en accommodatie, kunt u met een beperkt budget de hoogtepunten van Parijs ontdekken.
Is een bezoek aan Parijs duur? Naar wereldwijde maatstaven is Parijs inderdaad aan de dure kant. In onderzoeken naar de kosten van levensonderhoud staat Parijs regelmatig op de lijst van duurste steden ter wereld (in 2022 stond het wereldwijd op de negende plaats). Hotels in het centrum van Parijs zijn prijzig, vooral in de zomer. Uit eten gaan (zelfs bescheiden restaurants) kan snel oplopen door de hogere voedselkosten. De kosten voor sightseeing zijn ook hoog – hoewel sommige attracties gratis of goedkoop zijn, hebben musea zoals het Louvre of boottochten op de Seine aanzienlijke toegangsprijzen. Het vervoer is gematigd (een enkeltje metro kost ongeveer € 2,10), maar taxi's zijn duur. Dat gezegd hebbende, slimme keuzes (zie de vorige vraag) kunnen uw budget rekken. Veel bezoekers vinden Parijs qua kosten vergelijkbaar met New York, Londen of Tokio. Verwacht hier meer te budgetteren dan in veel andere Europese hoofdsteden, maar houd er ook rekening mee dat Parijs veel ervaringen van wereldklasse biedt die volgens velen de moeite waard zijn.
Wat zijn de beste wijken om te verblijven in Parijs? De arrondissementen van Parijs hebben elk hun eigen charme. Voor een eerste bezoek zijn het 1e, 4e, 5e en 6e arrondissement (het historische centrum en Quartier Latin) onverslaanbaar, omdat ze op loopafstand van vele bezienswaardigheden liggen. Deze wijken zijn levendig, vol met cafés en restaurants, en goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Het 7e arrondissement (de Eiffeltoren) is elegant, maar 's avonds rustiger. De Marais (3e/4e) is trendy en gemakkelijk te belopen. De wijk Montmartre (18e) biedt ouderwetse charme en goede deals, hoewel het verder van het centrum ligt. Over het algemeen kun je het beste op de rechteroever (ten noorden van de Seine) verblijven voor gemak en veiligheid; de linkeroever heeft meer studentenleven. Of je nu houdt van klassiek Parijs (1e/6e), historische charme (Marais) of een bohemien sfeer (Montmartre), kies een wijk die bij je past. Vermijd de buitenwijken (ten noorden van Gare du Nord of in het 19e/20e arrondissement) voor accommodatie, aangezien deze verder van bezienswaardigheden liggen en er 's avonds meer verkeer is.
Hoe is de Notre-Dame-kathedraal gerestaureerd? Na de brand van 2019 is de restauratie van de Notre-Dame minutieus uitgevoerd. Binnen enkele weken werd een tijdelijk houten dak ("de tijdelijke prothese") geplaatst om het interieur te stabiliseren. De iconische torenspits (verloren in de brand) werd herbouwd in de oorspronkelijke 19e-eeuwse stijl, met behulp van honderden eikenbomen en traditioneel gereedschap. Steenhouwers repareerden en vervingen zorgvuldig beschadigde stenen op de torens en de gevel. Tegen 2024 waren de nieuwe torenspits, het dak en een groot deel van het interieur gereconstrueerd. Ambachtslieden restaureerden ook de ingestorte glas-in-loodramen. De heropening op 7 december 2024 markeerde de voltooiing van de belangrijkste renovatie. In de praktijk kunt u nu zoals voorheen door de kathedraal wandelen, maar sommige onderdelen (zoals het beklimmen van de torens of het bijwonen van de mis) zullen mogelijk geleidelijk weer opengaan. Bezoekers zullen merken dat een groot deel van het verkoolde hout aan de binnenkant nieuw is, terwijl de middeleeuwse muren zijn schoongemaakt. Al met al hebben Parijse ambachtslieden en vrijwilligers vijf jaar lang dag en nacht gewerkt om de Notre-Dame zo veel mogelijk in oude glorie te herstellen.
Munteenheid
Opgericht
Belcode
Bevolking
Gebied
Officiële taal
Hoogte
Tijdzone
Van Rio's sambaspektakel tot Venetië's gemaskerde elegantie, ontdek 10 unieke festivals die menselijke creativiteit, culturele diversiteit en de universele geest van feestvieren laten zien. Ontdek…
Met zijn romantische grachten, verbluffende architectuur en grote historische relevantie fascineert Venetië, een charmante stad aan de Adriatische Zee, bezoekers. Het grote centrum van deze…
In een wereld vol bekende reisbestemmingen blijven sommige ongelooflijke plekken geheim en onbereikbaar voor de meeste mensen. Voor degenen die avontuurlijk genoeg zijn om...
De enorme stenen muren zijn nauwkeurig gebouwd om de laatste verdedigingslinie te vormen voor historische steden en hun inwoners. Ze dienen als stille wachters uit een vervlogen tijdperk.
Reizen per boot, met name op een cruise, biedt een onderscheidende en all-inclusive vakantie. Toch zijn er voor- en nadelen om rekening mee te houden, net als bij elke andere vorm van…