Grand-Bassam is een stad in de zuidoostelijke regio van Ivoorkust, ten oosten van Abidjan. Het diende als de Franse koloniale hoofdstad van 1893 tot 1896, toen de regering naar Bingerville werd verplaatst na een uitbraak van gele koorts. Tot de jaren 1930, toen Abidjan begon te bloeien, bleef de stad een belangrijke zeehaven.
Grand-Bassam is zowel een gemeente als een subprefectuur van het departement Grand-Bassam. Omdat grote delen van de stad al tientallen jaren verlaten zijn, heeft het de sfeer van een spookstad.
De lagune van Ébrié verdeelt de stad in twee helften: Ancien Bassam, dat uitkijkt op de Golf van Guinee, is de oude Franse kolonie. Het is waar de fijnere koloniale structuren, waarvan sommige zijn gerestaureerd, te vinden zijn. Een kerk en het Nationaal Kostuummuseum van Ivoorkust bevinden zich ook in de buurt. Aan de binnenzijde, noordkant van de lagune, is Nouveau Bassam via een brug verbonden met Ancien Bassam. Het kwam voort uit de sectie van de Afrikaanse bedienden en is tegenwoordig het belangrijkste commerciële centrum van de stad.
De rooms-katholieke bisdom van Grand-Bassam heeft haar hoofdkantoor in de stad. De Cathédrale Sacré Cur in Grand-Bassam is de kathedraal van het bisdom.
Het werd in 2012 aangewezen als UNESCO-werelderfgoed.