Tartu (voorheen Dorpat of Yuryev) is de tweede grootste stad van Estland, met een bevolking van 100,000 mensen. Het is zowel een Hanzestad als een universiteitsstad. Het is de oudste stad van Estland, daterend uit 1030.
De architectuur en stadsplanning van het historische Tartu dateren grotendeels uit het pre-onafhankelijkheidstijdperk, toen Duitsers de hogere en middenklasse domineerden en tal van architecten, academici en lokale functionarissen bijdroegen.
De oude Lutherse Sint-Janskerk (Ests: Jaani Kirik, Duits: Johanneskirche), het 18e-eeuwse stadhuis, het universiteitsgebouw, de ruïnes van de 13e-eeuwse kathedraal, de botanische tuinen, de belangrijkste winkelstraat, vele gebouwen in de buurt het stadhuisplein en Barclay Square behoren tot de meest opvallende.
De oude sloppenwijk die bekend staat als Supilinn (soepstad) ligt nabij het stadscentrum aan de oever van de rivier de Emajgi en wordt beschouwd als een van de weinige overgebleven 'arme' buurten van het 19e-eeuwse Europa. Supilinn wordt nu snel gerestaureerd en transformeert langzaam van een historische sloppenwijk naar een prominente eersteklas wijk. De Supilinn Society zet zich als geëngageerde gemeenschap in voor het behoud van de erfenis.
De Tweede Wereldoorlog verwoestte het grootste deel van het stadscentrum en onder de Sovjetheerschappij werden verschillende nieuwe gebouwen gebouwd, waaronder het moderne Vanemuine Theater. De relatieve hoeveelheid parken en vegetatie in het historische centrum getuigt van de impact van de oorlog. Tussen de Tweede Wereldoorlog en het herstel van de vrijheid van Estland in 1991 werden wijken in typische Sovjetstijl met flatgebouwen opgetrokken, waarvan Annelinn de grootste van die buurten was.
Tartu staat tegenwoordig bekend om zijn verschillende moderne gebouwen van het type "staal, beton en glas", maar het is erin geslaagd om een mix van oude en nieuwe structuren in het stadscentrum te behouden. Bekende voorbeelden zijn de hoogste en op een na hoogste gebouwen van Tartu, de Tigutorn-toren en het Emaje-centrum, beide gebouwd tijdens het huidige tijdperk van onafhankelijkheid. Tartu heeft een bruisend nachtleven vanwege de grote studentenpopulatie, met verschillende nachtclubs, pubs en restaurants, waaronder 's werelds hoogste pub in de oude buskruitkelder van Tartu.
Tartu organiseert elke zomer de viering van de Hanzedagen (Ests: Hansapäevad) om het Hanzeverleden te herdenken. Handwerkbeurzen, middeleeuwse workshops en steekspelwedstrijden behoren tot de festiviteiten die voor het festival zijn gepland.
